Dorpsbibliotheek


Of er nog veel echte dorpsbibliotheken bestaan, zal ik maar vlug gaan betwijfelen. Jaren van cultuurbesparing en vreemde inzichten hebben, ook in dit domein, voor een meedogenloze verkaveling gezorgd. Gelukkig bestaan er dichters die met hun pennen het vergeten een halt toeroepen. In de bundel Dorpsbibliotheek besloten Wim van den Abeele en Geert van Istendael op dezelfde tandem te gaan zitten. De rit is geslaagd; ze kwamen tot een fijne samenwerking. Een zeer puike uitgave van Uitgeverij P met schitterende en krachtige, illustratieve ondersteuning van Judith Vanistendael geeft dit boek een sterke presence. De illustraties belonen de grondige lezers. De tekeningen zijn meer dan een aanvulling. Ze maken een sterk deel uit van het leesgenot.
De twee literatoren brachten een visualisatie van hun woongebied; de vijf dorpen van Oud-Heverlee. De streek waar ze leven en werken en waar ze ondertussen niet meer weg willen ligt heel dicht bij de taalgrens. Bart Vonck vertaalde en hertaalde enkel gedichten in het Frans.

L’orgue dans l’église Sainte-Anne
Cet instrument, menu comme un quatrain,
donne pourtant aux pieds, aux mains tout
ce qu’ils désirent. Van Peteghem fecit,
ses sons cristallins ont traversé les sciècles.


Geert van Istendael

(Vertaling : Bart Vonck)

De gedichten in Dorpsbibliotheek zijn nooit bekrompen, nooit parochiaal, maar eerder mondiaal. Geen romantische natuurlyriek; er is veel meer dan dat. Beide auteurs hebben altijd, regelmatig, over hun omgeving geschreven. Van den Abeele schrijft in dit werk kort verhalende poëzie in doordachte parlandostijl.

Estaminet – Nanke

In zijn kijken lag meer november
dan gele blaren op de grond.
Wat geeft hij om de bijtende wind?
Wat maalt hij om de laatste korsten?
Angst spoelt hij door met lauwe pils,
met dagen staren, een hond gelijk.
De winter haalt hij niet.
De lege steenweg blikt terug
Met bomen karig, takken dood.
Slapend in een perfecte O
tussen twee kratten bier.
Nuchter. Een kat met negen levens.


Wim van den Abeele

Geert van Istendael is tegen het superioriteitsgevoel van de stad, tegen de chaos van het verkavelingsbeleid en de zo typische lintbebouwing. In zijn gedichten is elke versregel poëtisch afgerond. De natuur wordt zijn werkplaats.

Rijm

Nachtvorst is kunstenaar. Of wacht. Misschien
wiskundige? Elk spinrag, ieder takje
verhelderd tot stramien, tot stram bewijs.
Dat is de algebra waarop je wachtte,
pas nu kun je de samenhangen zien.

Je tikt op weidedraad. Het ijs zit vast.
Geen halve dag meer en de druppels vallen.
Zij weten niets van korrels en kristallen.


Geert van Istendael

De twee dichters, die goede observatoren blijken te zijn, hebben vermoedelijk lange veld- en boswandelingen ondernomen om alles op hun netvlies vast te leggen. Hun observaties zijn hertaald tot ontwapenende poëzie. Ze worden aangetrokken door de kleinste details in de natuur en zien wat de fauna en flora hen te bieden heeft. Via taal bewijzen ze de waarde van onze natuurplekjes. De ecologie krijgt, in Dorpsbibliotheek, voorrang op de mens. Het zijn als het ware gelegenheidsgedichten en route gecreëerd.

Dorpsbibliotheek, Wim van den Abeele en Geert van Istendael, Uitgeverij P, Leuven, 2021, ISBN 978-94-93138-56-8

(Frank Decerf)