Schipperen


Met Schipperen heeft Anne Meerbergen een bijzonder poëtisch werkstuk afgeleverd. Het is na Aanmoederen en Zeezuchten haar derde bundel. Hij is ingedeeld in de cycli Aanmonsteren, Bindweefsel en Handleidingen. Meerbergen is duidelijk gefascineerd door de zee. In haar jonge jaren voer ze een aantal jaren mee op een olietanker en dat is duidelijk voelbaar in de cyclus Aanmonsteren. Die fascinatie voor de zee is de inspirerende kracht, die de bundel voortstuwt: het echte leven speelde in dieper / blauw, dat wist je al van toen // je was vier en verdronk bijna / spartelde tussen de verte…/...baadde in de zee, de zee in jou // je haalde adem,…nog wil je ergens anders zijn.

Schipperen heeft weliswaar een beetje de negatieve connotatie van geen kant kiezen, niet erg beginselvast zijn, maar in zeemanstermen staat het ook voor laveren, het tegen de wind in zeilen. Dat is precies wat de dichter in deze bundel doet. Ze laveert door haar leven: het waren maanden van water klieven / je vergaarde afstand // traag op blauw / werd iemand van de overkant.
Ze neemt de lezer mee en monstert hem/haar aan op haar schip varend over zee en oceaan, van de Middellandse Zee rond de kaap De Goede Hoop naar de Pacific en terug, om aan te spoelen in de tweede cyclus Bindweefsel en bij haar gedachten aan haar vader: die dag viel mijn vader / in de eerste sneeuw // misschien op zijn knieën…/…ik herinner me de kou / hoop dat het asfalt // zacht was.

Het zijn erg aangrijpende nostalgische vadergedichten. Tenslotte in de derde cyclus meert de dichter aan in de veilige haven van de liefde: je slaapt, onder mijn vingers / vertrouwde huid, wij // tegenliggers van flanel / zoeken elkaars kanten om dan te eindigen: proef de klank van een woord als lieveling / het klinkt als rinkelend glas. De dichter heeft haar bestemming bereikt. Ze moet niet langer schipperen.

Het is duidelijk dat deze gedichten een autobiografische ondertoon hebben maar ze transcenderen dat persoonlijke tot een universele zoektocht naar menselijk geluk en aanvaarding: ‘handleidingen’ als het ware.

In een lezing over poëzie definieerde ik ooit poëzie als de minimal art in de literatuur; stelde ik dat wat er niet staat even belangrijk is dan wat er geschreven staat. Deze bundel is daarvan een treffende illustratie: korte gedichten met telkens tweeregelige strofen, uitgepuurd en ontbeend van alle franje maar altijd fijngevoelig en met een groot empathisch vermogen neergeschreven. Meerbergen hanteert zo een haast onvatbare taal, die toch moeiteloos, precies en treffend herinneringen opnieuw actueel maakt. Ze slaagt er zo in om de verleden tijd, waarin de gedichten zijn geschreven, toch tegenwoordig te maken: het nu en het vroeger te laten versmelten in een tijdloos ogenblik. Haar stijl kan daarbij gekarakteriseerd worden als impressionistisch, de beleving van het ogenblik als uitgangspunt, maar dan ontdaan van alle adjectieven en andere literaire kunstgrepen.

Deze derde bundel van Anne Meerbergen overtreft haar twee vorige. Het is een kleinood dat je kan koesteren en telkens weer lezen en herlezen om te ‘schipperen’ tussen je eigen gevoelens.


Schipperen, Anne Meerbergen, Uitgeverij P, Leuven, 2023, ISBN 978-94-64757-08-8

(Richard Foqué)