De harige vingers van Charissa Koek

Ik schrijf niet makkelijk over een uitgave die me niet bevalt (liever beveel ik anderen aan wat ik de moeite van het lezen waard acht), maar soms moet het. Harige Vingers, de debuutbundel van Charissa Koek deed me twee keer wat flauwtjes glimlachen. Bij KLACHTENBUS NS: ik vind / het / veel / te / druk. En bij STRENG ANNO 2013: nog één keer / en / ik / sta / bijna / op het punt / om / je / eventueel / te / waarschuwen.
En allez, bij COMA: hallo / hallo / attentie / attentie / HOORT U MIJ / test / test. Het is zeker niet zo dat ik geen gevoel voor humor heb, en die mag best absurd zijn. Maar de humor van Charissa Koek is over de hele lijn genomen in mijn ogen niet leuk, hetgeen ik een ernstige tekortkoming van het genre acht.
In deze debuutbundel ‘heerst de humor van het ongemak. Herkenbare situaties uit het dagelijks leven worden gevat in een paar rake regels, die benoemen wat iedereen liever zou verzwijgen,’ zo luidt het verkooppraatje van de uitgever. En Koek zelf: “Het moet wel je humor zijn. Bij sommige mensen kan ik niet overbrengen wat ik bedoel.”
En zij wil niet zomaar iets bedoelen, nee nee: “Ik werk vanuit de wens om een moment exact over te brengen zoals ik het ervaar met alle gedachten die ik er bij heb en met alle referentiekaders en bagage. Dat vind ik interessant.”
Denk daar aan als je OPENHARTIG BIJ DE FIETSENMAKER leest: nee / toch / liever / dat andere zadel / anders / flubberen / mijn schaamlippen zo / tijdens / het / fietsen. Of MARKTPLAATS: met spoed / gratis op te halen / zeikwijf / graag even bellen / voor een afspraak. Ook erg representatief voor Koeks stijl is de RELATIETEST: lieverd / kun je / de pus / die ik proef / van mijn / ontstoken kies / ook ruiken / als / ik / jouw / kant / op / blaas?
Ik citeer de titels in kapitalen omdat ze in de bundel ook zo staan. De teksten zelf staan in hoofdletterloze onderkast. Het boek is, dat zijn we van Barends & Pijnappel gewend, mooi vormgegeven al begrijp ik niet waarom op het omslag de titel Harige Vingers (mét hoofdletters dus) luidt. Persoonlijk krijg ik de zenuwen van gecentreerde teksten, maar de gustibus non est disputandem. Het is echter vooral de inhoud, of vooral het gebrek daaraan, die me ergert. DECORUMVERLIES: opa / volgens mij / hangt / er nog wat / sperma / aan uw kin.
Wellicht werkt zoiets in een studentenkroeg, in bepaalde cabarets of op een zogenaamde poetry slam, maar in een bundel onder de leeslamp? Neen, driewerf neen. Harige Vingers bevat wellicht een bepaald soort humor, maar naar mijn smaak toch eerst en vooral géén poëzie.

Harige vingers, Charissa Koek, Uitgeverij Voetnoot, Amsterdam/Antwerpen, 2013, ISBN 978 94 91738 04 3

(Bert Bevers)

Land der horizonten & Zeewaarts

Een van de sympathiekste poëziefestivals in de Lage Landen is zonder twijfel Dichters in de Prinsentuin, dat nu al weer jaren wordt gehouden in de Prinsentuin in de stad Groningen. Telkens wordt het festival vergezeld door een bloemlezing met werk van de deelnemende dichters. Land der horizonten heet de meest recente. De titel lijkt in eerste instantie naar de weidse polders rond van Groningen te verwijzen, maar is echter ontleend aan de groet waarmee Sleeswijk-Holstein bezoekers middels borden langs de autostrades verwelkomt: Schlesweg-Holstein, Land der Horizonte. De organisatoren kozen er ditmaal voor om dichters uit te nodigen uit het gebied van de Hanze, waarmee Groningen altijd een band heeft gehad. In de Hanzetijd werden Nederduitse dialecten gesproken van Brugge tot Novgorod door iedereen die iets met de handel van doen had. Ook nu nog bestaat er taalverwantschap met de oosterburen: inwoners uit Oost-Nederland en Noordwest-Duitsland kunnen elkaars Nedersaksische dialecten moeiteloos verstaan. Op Dichters in de Prinsentuin 2013 waren dan ook poëten te gast uit Vlaanderen, Nederland, Duitsland, Denemarken, Polen en Estland. Dat leverde een boeiende poëtische staalkaart op.
Het aardige van het festival is dat er steeds wordt gekozen voor een verfrissende mix van min of meer gevestigde (dit jaar bijvoorbeeld Serge R. van Duijnhoven, Lloyd Haft, Tjitske Jansen, Gerry van der Linden, Erik Lindner en Mustafa Stitou) en minder bekende dichters. En het is beslist niet zo dat de eerstgenoemde groep per se de sterkste bijdragen leverde. Mooi is ook dat een aantal auteurs er niet voor terugdeinst om in de ‘eigen’ taal te schrijven. Zoals mien taal biesterbaant / zwerend in de moderspraoke / ontstarfelek zeek. Veur eeuwig gelitteikend / ’n Wenterse binnenzee schrijft Hans Mellendijk bijvoorbeeld, in een gedicht dat voor het overige in algemeen Nederlands is gesteld. Uit Duitsland zijn Sarah Bosetti, Daniel Hoth, Esther Kinsky, Nadja Küchenmeister, Marion Poschmann en Norbert Scheuer vertegenwoordigd, uit Denemarken Niels Hav en Mathilde Schelin, uit Polen Julia Fiedorczuk, Dariusz Sośnicki en Adam Wiedemann en uit Estland Vahur Afanasjev en Karl Martin Sinijärv. Hun gedichten zijn hier in hun moedertaal en in het Nederlands te lezen.
Ook uit het Hoge Noorden komt Zeewaarts! van Bart FM Droog (de man achter de Nederlandse Poëzie Encyclopedie). Die woont in Eenrum op een boogscheut van de Waddenzee. Dat gehucht en Het Noorden tout court (Delfzijl, Drente, Lauwersoog, Warffum) zijn nadrukkelijk aanwezig in dit charmante bundeltje (dat slechts twaalf gedichten telt). Uit Meeuwen: vanochtend vloog ik met de meeuwen mee / in zon gingen we op de wolken af / vandaag vliegt voorgoed de meeuw in mij.
Het moge duidelijk zijn: lang niet alles gebeurt in de Randstad. Het Noorden is wat poëtisch gehalte beslist niet te versmaden! Daarvan getuigen deze twee aanbevelenswaardige boekjes van a tot z.

Land der horizonten – Dichters in de Prinsentuin 2013, samenstelling Arjen Nolles en Maarten Praamstra, Uitgeverij kleine Uil, Groningen, 2013, ISBN 978 94 91065 57 6
Zeewaarts!, Bart FM Droog, Uitgeverij Stanza, Amsterdam, 2013, ISBN 978 94 90401 11 5

(Bert Bevers)