regen kosmos kamerplant

Vaak hoor ik klagen over de moeilijkheden om als dichter/dichteres nog aan de bak te komen. Er wordt geen poëzie meer gepubliceerd. Als recensent kom ik toch zeer geregeld bij een brievenbus waarin de bundels je werkdruk voor de volgende week fiks verhogen. Zou het dan niet kunnen dat er te veel dichtbundels worden gepubliceerd, dat er wel goed wordt verdiend via publishing on demand of wordt alles tegenwoordig met het label poëzie bestempeld? Mag alles vandaag de dag de noemer poëzie krijgen? Wat zijn de vereisten? Zijn er spelregels? Zijn passie en stielkennis passé? Of komt het erop aan vooral in mediatiek in beeld te komen en de taal daarbij enkel als handig hulpmiddel te beschouwen?
In regen kosmos kamerplant confronteert Anne Broeksma ons met haar wereld en haar daarbij afgeleide stedelijke inzichten. Haar gedichten zijn welbeschouwd losse structuren waarin spielerei en luchtigheid de bovenhand halen. Een vorm die zich beter leent tot podiumwerk. Een zeer brave vorm van rebelsheid sijpelt doorheen de versregels. Deze gedichten zijn heel vaak uiteengerukte prozateksten die door de camouflage van de strofevorm poëzie moeten worden. Het lijkt een moeilijke oefening. Een amalgaam aan beelden, gemixt in de hoop dat het resultaat smakelijk wordt. Een gezonde dosis serieux ontbreekt en maakt alles flauw en belachelijk, of is dit de bedoeling? Het zou kunnen. De dichteres duwt het ik-personage voortdurend op de voorgrond; een stijlargument dat typisch is voor vele debuutbundels. Soms slaagt het experiment, af en toe wil je wat Broeksma schrijft zeker nogmaals lezen omdat je eindelijk een goed gedicht vindt. Maar er zitten te weinig diamanten in dit werk. Betere poëzie is doorwerkt, persoonlijk, apart, gewikt en gewogen en van alle ballast ontdaan.

Ik wil een kind

ik wil een kind dat slaapt
tussen muizen, alleen iets lust
wat groeit aan bomen of in het zand

een kind dat tegenstribbelt in de badkamer
en tandenpoetst met afwasborstels

ik wil een kind dat niet kan praten
de was van de lijn trekt
zich verstopt in het keukenkastje
als de kinderbescherming aanbelt
een kind dat weet hoe de verhoudingen liggen

in het donker danst ze rond mijn bed
met grote, lege ogen
ik laat haar alleen in de nacht
met een strofe over dappere gordeldieren
paarse heuvels en nomaden
en ze lacht

Het volstaat niet om slechte dromen en vage herinneringen uit te schrijven. Een eigen koers uitstippelen, een authentiek kunnen aan het werk zetten en je niet al te veel openstellen voor invloeden van rondom; dat is wat ik jonge auteurs meegeef. Aan hen om daar iets of niets mee te doen. Aan hen de keuze om met geen enkele recensie rekening te houden. Aan hen de taak de recensent in het ongelijk te stellen. In regen kosmos kamerplant lees ik te veel raadsels en ingewikkelde hersenkronkels. Deze bundel diende nog even een beetje tot rijpheid te zijn gekomen. Een te vroege geboorte?

regen kosmos kamerplant, Anne Broeksma, Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, ISBN 978 90 254 4380 1

(Frank Decerf)