Bezonken, de nieuwe dichtbundel van Albertina Soepboer, is een boekje met
raadselachtige structuur. Waarom staan onder de titel 3 cirkels getekend, een
zwarte, een witte en nog een zwarte? Waarom worden die cirkels om en om
herhaald bij de aanvang van elke reeks gedichten? De bundel is opgedeeld in 3
afdelingen van 4 gedichten, die onder de noemer dieplood 3 reeksen van
16 gedichten voorafgaan, met als titels: kwelwater, windstilte, grondstof.
Reeksen die op hun beurt zijn opgebouwd uit 4 cycli van vijfregelige gedichten.
Tussen elk van de 3 combinaties 2 pagina’s witruimte. In totaal tellen we 60
gedichten en 15 cirkels. Kunt u nog volgen? De cirkel is een oud symbool van
eenheid, oneindigheid en vrouwelijke kracht, maar is deze cirkel het centrale
thema?
We zouden kunnen zeggen dat Albertina Soepboer schrijft
over de seizoenen: het is begroeid met overal hetzelfde gras / en
zelden regent het, ik zoek naar de boter / bloemen, mijn vette herinnering aan
toen. In de volgende gedichten vinden we aanwijzingen dat lente evolueert
naar zomer en herfst: de droom hangt in het raam, kom maar/ als hij deze dag
inluidt,...en zo / niet trekt hij zijn
regenjas aan, herfst komt spoedig,... Dan botsen we, na enig speurwerk, op
gedichten waarin de winter de lente aankondigt: het smeltwater onder onze
tong / hoe bedoel je dat de aarde maakt / zich lang en breed op in voorjaar. De
tijd maakt een cirkelbeweging, heden en verleden vloeien in elkaar over. De
toekomst is een wending die het verleden achterlaat: we draaien ons om met
dezelfde/ schoenen die verderop schuifelen/ de smaak van zout houd ik achter/
de hand, een wending in de wind/ een weten dat met de grond groeit.
Voorgaande analyse van de
thematiek in bezonken is echter te oppervlakkig. Indringender is
in deze bundel de evocatie van weidse en desolate landschappen, waarin mensen
en dingen bewegen. Dit zijn gedichten over een wereld van water, stilte, wind,
regen, zand en zout: vanuit het oosten waait het de zee over / een veld is
begonnen, zout verworden / een zwerver. Landinwaarts registreert de
dichteres velden, bomen, braamstruiken, vogels en insecten; ook beelden van dorp
en stad. De personages worstelen niet alleen met zichzelf, met het heden en het
verleden, maar ook met de soms meedogenloze natuur, de bulderende golven, het
noodlot, het bijgeloof: zo in het licht van de zon gewassen/ staat de oma
met haar kleinste kind/ waarschuwende woorden over rogge/ sissen van oude heksen
in de velden/ ze eten kinderen, ze weven noodlot.
Nog meer dan de originele, enigmatische
structuur van bezonken zet de intensiteit van Albertina Soepboers
gedichten aan tot lezen en herlezen. Afwisselend samengebalde en rafelachtige
verzen, met afwijkende syntaxis, maar mooi passend in vijfregelige
rechthoekjes, vertellen over een wonderlijke, geheimzinnige wereld. De lezer
wordt meegesleurd in een onderstroom van spanning, verrukking en mysterie. Bezonken
van Albertina Soepboer is wat mij betreft een topbundel!
bezonken, Albertina Soepboer, Uitgeverij Atlas Contact,
Amsterdam/Antwerpen, 2014. ISBN 978 90 254 4337 5
(Nicole Van
Overstraeten)