Wat doe je als eind 2000 de
poëziescheurkalender voor het volgende jaar uitverkocht is? Welnu, kunstenaar
en dichter René Hugo Kijne besloot dagelijks een gedicht te schrijven en het
thuis op het toilet te hangen waar het door zijn vrouw en dochter kon gelezen
worden. Later zou hij deze pleegedichten
(zijn omschrijving) voorzien van illustraties die hij uit de krant knipt.
Een selectie van deze combinatie
van tekst en beeld uit de afgelopen drie jaar werd door Uitgeverij Nadorst
gebundeld in Daggedichten 2010-2012.
Gebundeld mag niet al te letterlijk genomen worden: deze zeventien beeld- en
tekstgedichten verschenen als een leporello. Voor de goede verstaander biedt
Wikipedia uitkomst: Leporello is de
benaming van een drukwerk dat in meerdere slagen zigzag is gevouwen. Dat kan
variëren van enkele tot tientallen vouwen. Het is in gebruik bij reclamefolders
en kaarten in reliëf zoals de bekende rivierkaarten van de Rijn en andere
Duitse rivieren die soms een lengte van twee meter bereiken. Deze uitgave
zit daar net iets onder: 1
meter 70.
De uitgave opent met het gedicht
Een verre geur van lente
Dus even kleumend zittenIn het vermoeden van de zon
In de hemel is zelfs van één zwaluw
Nog geen sprakeMaar toch die geur die geur…
Gedateerd donderdag 4 maart 2010, met onder het gedicht, uit de krant geknipt
Het klinkt alsof ze er verschrikkelijk
veel zin in hebben, geflankeerd door een fotocollage met een zangeres van
wie alleen de tepels bedekt zijn, met een indrukwekkende fruitkorf op haar
hoed.
Nog meer suggestief naakt op
zondag 18 april 2010, met onder de krantenkop Lekker lui en naakt tuinieren:
O, zondagsrust blijft eeuwiglijk geheiligd
uw zon uw koele wind uw zachte zwoelheidvan uw zomerborsten het leunen in uw stoelen
uw blijk van goedheid wars van daden
uw goede niets het overvolle zwelgen
aan uw open hemelpoort
Ook al bij ontblote borsten: Als ik ze nu niet laat zien, wanneer dan
wel? Krioelt het hier van de erotische knipogen? Welnee, er is meer aan de hand dan bier en tieten.
Een en ander is geïnspireerd door de actualiteit, afgewisseld door bedenkingen
van de dichter bij gebeurtenissen in zijn dagdagelijks bestaan. Hij lijkt de eerste om het hele gebeuren met enige
ironie te relativeren: Wie veel weet, kan
bijna niets opschrijven.
O wat wordt dit weer een dag
dus eerst maar evende geraniums verzorgen
en het spionnetje op zijn plaats
ook al is er niets te zien
er valt altijd iets te kijken…
In Dagboekgedichten 2010-2012 valt wel wat te zien, te kijken en te
lezen. De wisselwerking tussen Kijnes’ tekstmateriaal (eigen en geleend) en de
illustraties zorgen voor flink wat kijk- en leesplezier. Volgens Uitgeverij
Nadorst is hij op zoek naar dat wat de
waan van de dag overstijgt en er werkelijk toe doet. Dat heeft een apart
hebbeding opgeleverd, in een oplage voor de happy few: 50 exemplaren.
Daggedichten 2010-2012, René Hugo Kijne, Uitgeverij Nadorst, Rotterdam,
2013.
(Roger Nupie)