Zijn, maar waar ben je dan?


Encuentros
is het debuut van Mirjam Musch (1955) dat in Guatamala verscheen en nu in een tweede druk ook in onze contreien beschikbaar is. Mirjam is pedagoge en sociologe en was onder meer directeur van een bilateraal gezondheidsproject in Bolivia. De bundel is tweetalig (Spaans en Nederlands) en telt 12 gedichten (in de Spaanse sectie staan er 15!). Zij heeft de gedichten deels in het Nederlands, deels in het Spaans geschreven en vertaald. Ik ben het Spaans niet machtig, dus ik beperk mij bij de bespreking tot de cyclus Nederlandse gedichten.

Encuentros kan vertaald worden met vergaderingen, maar ook met ontmoetingen. Het subtiele verschil tussen die twee speelt mee in de gehele bundel; draait het nu om een confrontatie met een andere wereld, een andere cultuur, een andere taal of gaat het om inzicht verkrijgen, leren van anderen, luisteren naar die andere wereld? Beide blijven naast elkaar overeind.

De ondertitel van de bundel luidt gedichten op reis, wat ook een dubbele betekenis oplevert: het zijn gedichten die onderweg zijn ontstaat of het zijn gedichten die onderweg zijn naar de lezer.

En wellicht is die derde mogelijkheid ook een serieuze: gedichten die de dichter bijstaan op haar reis.

De cyclus van 12 gedichten draait om vragen die ieder zal stellen die geconfronteerd wordt met andere culturen, andere gewoonten, andere situaties. Maar ook vragen die te maken hebben met vrouw zijn, moeder zijn of worden:

wie heeft bepaald
dat je in smart een kind moet baren

wie weet wat het betekent
je leven te geven, met liefde

wie had gedacht dat,
al zo snel,
zij voor jou zou zorgen

Het gedicht draagt de titel cyclus; in drie strofen vat het gedicht als het ware het leven samen. Ondertussen zijn twee belangrijke vagen gesteld, die voor het dichterschap van Mirjam Musch essentieel zijn: wie bepaalt hoe iets gaat en welke rol speelt liefde.

Wie met deze ‘tweedeling’ in het achterhoofd de resterende gedichten leest, leest herkenning tussen de regels, achter de beelden.

In het achtste vers dat een Spaanse titel draagt (Qué será) wordt opnieuw een tegenstelling geopperd door vragen te stellen:

is het de cultuur
die ons verdeelt
of de communicatie?

[...]

is het de afstand
die ons van elkaar scheidt
of is het de zee?

Encuentros is de ontmoeting met een dichter die in eenvoudige bewoordingen haar vragen en haar observaties vastlegt op reis naar de dichter die ze wil of moet worden. Haar komende bundel wordt al aangekondigd op haar website: Bloedlijn. Daar ben ik benieuwd naar, vooral om te lezen wat Mirjam Musch op haar (poëtische) reis heeft meegenomen en hoe zij dat vertaalt.


Encuentros (gedichten op reis), Mirjam Musch, Casa Bukowski, Colchagua, 2024, ISBN 9929803874

(Wim van Til)


Blindganger


Gerda Berckmoes debuteerde met het pseudoniem Lieve Lava in 1965 met de dichtbundel Schier eiland (eigen beheer). Daarna verschenen, onder haar eigen naam, de bundels Idee-fixe (met houtgravures van Michel Bracke, 1969, Colibrant), Mijn tweede huis (1976, Colibrant), Noodtoestand (1984, Stichting Mercator-Plantijn Antwerpen), Valstrikken (1987, Point), Verzachtende omstandigheden (1992, Leuvense cahiers), Heelhuids maar niet gered (met etsen van Raf Coorevits, 1997), Drijfanker (met foto's van Joost Goethals, 2007, eigen beheer) en Reconstructie (2014, Het Punt).

Op 28 april 2024 werd in de bibliotheek van Zele haar nieuwste en tiende dichtbundel voorgesteld: Blindganger, net als de vorige uitgegeven bij Het Punt. De bundel bestaat uit drie cycli: De dood breekt geen beloftes (veertien gedichten), Familiesaga (elf gedichten) en Wat geweest is blijft (twaalf gedichten). De gedichten zijn kort, bestaan uit één strofe (met als enige uitzondering het tweestrofige De vrouw en de schoen en de zee uit de cyclus Familiesaga). In elk gedicht kreeg het eerste woord een hoofdletter en nergens is er een leesteken te bespeuren.

De thematiek wordt al snel duidelijk: de vergankelijkheid, herinneringen aan overledenen en het verwerken van verdriet in het kader van een rouwproces. Het lijkt wel of alleen het verwoorden in poëzie enige loutering biedt, zoals in de gedichten Excursie en Repatriëring.

Excursie: Afdalend in het graf/ op zoek naar wat/ van ons nog over was/ verraste mij de maan/ en in haar lieflijk licht/ omarmde ik de droom/ en opende de deur/ naar het gedicht

Repatriëring: Het graf was open/ de steen loodzwaar/ was weggehaald/ de aarde week gewillig/ ik boog over de rand/ en fluisterde nog/ voor het ochtendlicht/ krijg jij een onderkomen/ in mijn gedicht

Hoe Berckmoes dit rouwproces een plaats geeft en verwoordt levert in de hele bundel poëzie op die even ingetogen als krachtig is: ik schreef brieven/ die sneden als messen/ later besefte ik/ hoeveel dieper/ poëzie kan snijden. In Verdickt, een gedicht over haar moeder, lezen we: de stiltes wegen als grafstenen/ en dan valt zacht als sneeuw/ haar onomkeerbaar woord. Erfgoed eindigt met in de geteisterde grafkelder/ nam de stilte het over; Wat geweest is blijft met het verhaal was uit/ maar bij het graf/ ademt een nieuw begin/ niets is nu zo levendig/ als de herinnering.

Het is een zoektocht naar een vorm van rust en een poging om het rouwen, het verdriet een plaats te geven: vertrouw dit licht/ wek het woord/ voorlopig/ verschalken wij/ de dood – met dit streven indachtig: de dodelijke angst/ bezweren/ voor de ontmoeting/ met de blindganger. De taal is haar middel, al blijft ze wat dat betreft op haar hoede voor ‘de valstrikken van de taal’. Happy end: Bewegen/ achterwaarts in de tijd/ maanlicht als manna/ de zee van lapis lazuli/ bewegen/ in een buitenaardse stilte/ in een nooit verteld verhaal/ eindelijk/ontkomen aan/ de valstrikken van de taal.

Aan die valstrikken is ze ontkomen, getuige hiervan de 37 gedichten in deze evenwichtige bundel.


Blindganger, Gerda Berckmoes, Uitgeverij Het Punt, Dendermonde, 2024, ISBN 978 94 607 9729 3

(Roger Nupie)