Na de bundels Het licht achter de deur (2019), De man die (altijd) terug kwam (2019) en Tifosi (2021) is De ontdekking van de nacht de vierde bundel van Guy van Hoof die verschijnt bij De Vries-Brouwers.
De bundel bestaat uit drie cycli: Een aards bestaan, Nieuwe ontwikkelingen en Slapeloze nachten, met respectievelijk 15, 10 en 16 sterk prozaïsche gedichten, meestal in één lange, doorlopende strofe, met een Woord vooraf van Andreas Van Rompaye, samensteller van De literaire roeping – waarin hij een inkijk biedt in werk en leven van ‘belangrijke Nederlandse en Vlaamse schrijvers’, en waarin ook Guy van Hoof, naast onder anderen Tony Rombouts, Willem M. Roggeman en René Hooyberghs aan bod komt.
De thematiek in de poëzie van Van Hoof is zeer gevarieerd: thema’s als jazz, de wielersport en beeldende kunst en de liefde komen geregeld aan bod - aan sommige van deze thema’s heeft hij al eerder aparte bundels gewijd - en die zijn ook terug te vinden in De ontdekking van de nacht.
Naast enkele wielergedichten komen er beeldende kunstenaars aan bod, zoals Vincent van Gogh (Wist hij dat hij gek werd, had hij het besef/ geniaal te zijn, hoe voel je dat?), Bert Prins (De schilder,/ die alles weet en onder controle heeft/ laat de kleuren hun gang gaan, zingen,/ zijn figuren springen uit de contouren) en Gerard Vanhove, wiens werk Sjamaan de cover van de bundel siert. Het gedicht Het witte vierkant van de ochtend, opgedragen aan Vanhove, sluit de bundel af.
Ook de liefde ontbreekt niet. De bundel is trouwens, zoals hij al vaker deed, opgedragen aan zijn echtgenote Yolanda Dewyn: ik zeg: zonder haar/ ben ik niet meer dan tien procent/van een mens. Wat de jazz betreft duikt Frank S. op, met een verwijzing naar de song I’m gonna live till I die van Frank Sinatra.
De dichter heeft nagedacht over dingen die gaan en komen en deelt met de lezer een privé-museum/ vol herinneringen zelfs van toen/ik mezelf niet eens kende. Of speelt het een en ander zich in een droom af? Als je droomt zie je beelden als in/ een nooit gemaakte film/ over liefde, ook zoveel méér/ dan een woord, de kunst bestaat erin/ niet blind te zijn.
Guy van Hoof ontleedt en becommentarieert onder meer de dagelijkse realiteit (een aards bestaan) en heeft het evengoed over wat we al dan niet zien en opmerken (alles/ in ons denken en voelen heeft onderaards/ diepten, gangen en holen, - vluchtwegen/ is het betere woord, al wat ongrijpbaar is/ en onbereikbaar is) als over de schaduwzijde van dat alles: ogen die binnendringen in een breekbaar/geheim. De toon van de gedichten is heel direct; de lezer krijgt het gevoel rechtstreeks aangesproken te worden. Dat alles levert interessante en sterke poëzie op die we alleen maar kunnen aanbevelen.
Mooi avondlicht geeft inzicht in wat/ zich afspeelt in de coulissen van onze/ dwaze vergeetachtigheid.
De ontdekking van de nacht, Guy van Hoof, Uitgeverij C. De Vries-Brouwers, Antwerpen-Rotterdam, 2025, ISBN 978-90-6174-939-4
(Roger Nupie)