W.A. (Pim) Jonker (1955) debuteerde in 1986 met de gedichtenbundel Schuld. Hij publiceerde gedichten in Maatstaf en in De Volkskrant. Na afgestudeerd te zijn aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Arnhem koos hij voor een organisatorische loopbaan naast zijn kunstenaarschap. Hij was parttime programmeur bij de Balie, artistiek leider van de Brakke Grond en directeur van het poppodium Het Paard van Troje in Den Haag. Driemaal stelde hij, halverwege de jaren negentig, de geruchtmakende, undergroundtentoonstellingen samen van het festival Triple X. Jarenlang was hij lid van de Amsterdamse Kunstraad en de adviescommissie Cultuur en Cultuurhistorie Noord Holland.
Na lange tijd is er nu de bundel De pose en het model. De dichter opent met een treffend citaat:
rechtopstaande grote vrouw rugzijde
zijkant voorovergebogen zittend
liggend op haar ellebogen leunend
van voren
met dank aan Brigitta Ruven
Is zij het model? Is het haar pose? Is hij het model? Is het zijn pose?
De gedichten in de bundel zijn niet verzameld in verschillende cycli. De dichter neemt je mee in zijn gedachten, bespiegelingen, kanttekeningen. Af en toe worden de woorden onderbroken door een tekening. Witte en zwarte vlakken waarin beweging tot stilstand komt. Het beeldend werk roept de lezer op tot introspectie: wat is, wat zijn de verbanden met de woorden die de afbeelding voorafgaan of volgen?
Jonker maakt geen gebruik van leestekens, hoofdletters zijn in geringe mate aanwezig. Op de flaptekst stelt hij: “In een tijdperk waarin de pose haast vanzelfsprekend is geworden, roept het model vooral vragen op.” Een interessante bewering. De vanzelfsprekendheid valt weg.
De dichter kijkt als een tekenaar. De tekenaar schrijft als een dichter. Jonker stelde het ooit als volgt: “Tekenen en schrijven zijn hetzelfde alleen anders.” Er is een schijnbare en ook een bedrieglijke nonchalance. De dichter haakt zich vast in een beeld, de tekenaar kantelt het. Uit fragmenten, noem ze puzzelstukken, ontstaat er iets wat eerst ongrijpbaar is maar lezende weg tastbaarder wordt.
Filosofische bespiegelingen zoeken een plek in het gedicht. De dichter werpt op. Er zijn meer vragen dan antwoorden. Je wordt op het verkeerde been gezet en je moet terug op zoek naar dat andere, misschien wel juiste been.
De pose en het model is een bundel die noopt tot lezen en herlezen. Fragmentarisch, bladerend, stilstaand bij. Een greep uit de gedichten:
de pose is
een nagebootste houding
er zijn stereotypes
binnen de kunsten
zo ben je speerwerper
zo denkt iemand na
mond beetje open
kan porno zijn
of iemand in extase
wat is het verschil
ongeacht de maker
en wat s de bedoeling
modelbouw
dat gaat over schaal
1 op 1
1 op 100
100 op 1
maximaal zoiets als muziek
tegen de pijngrens aan
tekstueel een stilte
De pose en het model, W.A.Jonker, In De Knipscheer, Haarlem, 2021, ISBN 978 94 93214 30 9
(Frans August Brocatus)
1 op 100
100 op 1
maximaal zoiets als muziek
tegen de pijngrens aan
tekstueel een stilte
Zo haken de beelden in de woorden en omgekeerd. De pose en het model is een interessante zoektocht met wisselende perspectieven. Het optellen van de details maakt getekende gedichten of gedichte tekeningen.
De pose en het model, W.A.Jonker, In De Knipscheer, Haarlem, 2021, ISBN 978 94 93214 30 9
(Frans August Brocatus)