Verkrimpen en terugkeren naar niets


Op twee benen lopen
is de vierde bundel van Yerna Van Den Driessche sinds haar pakkende debuut Reconstructie (2009). Debuut dat van maturiteit en vakkundigheid getuigde. De volgende bundels bevestigden dat. Opvallend is de coherentie van thematiek binnen haar bundels. Het zijn stuk voor stuk doordacht gestructureerde gehelen. Ook de stilistische eenheid van de vier bundels is kenmerkend. Al die bundels zijn overigens met elkaar verstrengeld door een resem terugkerende motieven en taligheid. Soms hebben de bundels iets van een persoonlijk verwerkingsproces waarbij ze allerlei confrontaties met het (of haar of iemands) verleden niet uit de weg gaat. Daarbij blijkt een ‘terre à terre’ houding. Haar poëzie biedt geen zoets, al probeert hier en daar ironie wat te verzachten.

Dat ze de vormgeving van haar bundels goed in het zeel wil houden, komt tot uiting in haar nieuwste bundel. Een zwarte bladzijde gaat aan elk van de tien cycli vooraf waarop een versregel of een citaat vermeld staat. Het is een bewust concept, geen vrijblijvende fioriture. Het geeft op de een of andere manier onuitgesproken betekenissen aan, wat de bundel breder maakt dan hij lijkt.

Het wereldbeeld dat ze verwoordt is existentieel doorkerfd. De bijna onoverkomelijke eenzaamheid van individuen (in dit geval meestal vrouwen) lijkt te domineren tot het uitzichtloze toe: kon ik maar verkrimpen / terugkeren naar niets. Moeders, dochters, foetussen: er is een zoektocht naar verbinding. In sommige gedichten blijft die uit, bijvoorbeeld in de driedelige cyclus Andjela. Het eerste gedicht brengt een verkrachte vrouw in beeld. Het tweede vertelt het verhaal van een moeder (de Andjela van daarnet?) die haar kind te vondeling legt. Het derde is de brief die de moeder haar kind nalaat: ik was jouw schild/meer niet/jouw moedertaal wordt niet die van mij. De dichter weet dit expressief te verwoorden. Je doorvoelt het als de rauwe kreet van levend villen. De cyclus Het meisje met de fles Evian heeft als aanleiding een fait divers in een krant (de zelfdoding van een aan anorexia lijdend meisje). Met de nodige empathie vermenselijkt zij een kort bericht tot een aangrijpend gegeven. Meligheid wordt vermeden, wat de gedichten des te dwingender maakt.

Het hoogtepunt van de bundel vormt de cyclus Relaas van een foetus. Een tweeledige reeks. Enerzijds vertelt de foetus over de moeder. Anderzijds vertelt de foetus gecursiveerd over zichzelf. De moeder wordt ‘een bedrijf dat mannen verzamelt’ genoemd. De foetus ervaart zich als een toevallige ingooi. Het voortbrengsel van een onbestemd feest. ik ben een embryo zonder bestaansrecht. Fraai is het niet: het baren wordt weergegeven als een macabere voorstelling waarbij de moeder de rol van haar leven speelt.

Poëzie die niet probeert te troosten maar die in wezen lucide is tot in het pijnlijke want zonder de minste illusie. Of het moet de illusie van de taal zijn. Gedurfd, dapper en zelfs genadeloos is dit een poëzie die niets wenst te omzeilen. Ze is factueel en recht voor de raap en toch tot in de plooien van deze teksten inlevend, weerbaar, ontvankelijk.


Op twee benen lopen is moeilijk, Yerna Van Den Driessche, Uitgeverij P, Leuven, 2020, ISBN 978-94-93138-28-5

(Alain Delmotte)