Geen exit, maar een blijde intrede


De romans en verhalenbundels van Annel de Noré verschenen al eerder bij Uitgeverij In de Knipscheer, en dat ging niet onopgemerkt voorbij. Haar debuutroman De bruine zeemeermin (2000) werd omschreven als het beste Caribische debuut sinds Bea Vianen en Astrid Roemer. De verhalenbundel Vers vlees oud bloed werd genomineerd voor de Halewijnprijs 2017 en ook de 540 pagina’s tellende roman Lambarosa (2019) scoorde niet min: Zo beeldend en weerzienwekkend beschreven dat je het boek niet kan wegleggen. (…) Als lezer word je beloond met een boeiend en complex web van emoties, metaforen en vragen over het leven. (Estefanía Pampín Zuidmeer). Ezra de Haan: Annel de Noré voegt met Lambarosa een schitterende roman toe aan de wereldliteratuur. De verwachtingen voor de Noré’s poëziedebuut zijn dan ook hooggespannen.

Exit bevat 50 gedichten met een sterk verhalend karakter die (vaak) wat klassiek aandoen: strofen van niet alleen evenveel regels maar ook met eenzelfde regellengte en hier en daar ontbreekt ook het rijm niet. Maar laat je als lezer niet misleiden; in een aantal gedichten legt ze dat klassiekerige dan weer naast zich neer. Annel de Noré goochelt met taal die ze probleemloos uit verschillende codes en registers laat opduiken. De muzikaliteit en het woordplezier spat er bij momenten vanaf en dat alles levert intrigerende poëzie op. Dat ze met het gedicht Koudvuur in 2019 de Guido Gezelle gedichtenwedstrijd naar aanleiding van diens 120ste sterfdag won lijkt dan ook geen toeval. De eerste strofe van dit gedicht:

Kano, zeilboot, plezierjacht had hij kunnen zijn
rode, sprankelende wijn in een glas van kristallijn
robijnen om mijn oren te sieren; een feestjurk:
gelaagd decolleté om ’s nachts feest in te vieren
bikini, hotpants, een lot uit de miljoenenloterij
kabbelgolven op de kale dag; mijn lachstimulus
de Klaagmuur voor mijn onuitgesproken klacht
gitaargetokkel in lome stilte; drum in de nacht
brandweer in seizoenen van verzengende kilte.


Het openings- en titelgedicht Uitgang/Afgang/Exit is ogenschijnlijk een van de meer direct toegankelijke uit de bundel. Het geeft meteen een beeld van hoe ze wat ze ziet en hoe ze denkt verwoordt:

Wanneer je straks weer eens weggaat
zal ik je uitwuiven vanachter de tralies
en verblind zien dat de zon ondergaat.

Later als je weerkeert of thuis arriveert
door de deur die je altijd zelf opendoet
ruik ik zonneklaar gelijk een hond haar.

Tot slot nog één gedicht: Als ik dood ben: Je mag me begraven/ of cremeren/ zo je wilt/ mijn familie condoleren/ stuur bloemen/ doe gewoon een krans/ brandnetel, onkruid/ het maakt mij/ dan/ noodgedwongen/ dood en op/ voor het eerst/ niets meer uit. // Geef nu geen woorden/ van je valse verstand/ reik me geen hand/ laat me met rust/ ik ben anders/ te duidelijk/ in de rouw.

Annel de Noré wist al te overtuigen met haar proza; met haar blijde intrede als dichteres doet ze dat evenzeer.


Exit, Annel de Noré, Uitgeverij In de Knipscheer, Haarlem, 2021, ISBN 978 94 93214 26 2

(Roger Nupie)