Het buikje van de kikker


Fraai uitgegeven, met een schilderij van Jus Juchtmans op de omslag. Verlucht met eclectisch beeldmateriaal, van een speels schilderij van William Anthony en foto’s van Cindy Sherman en Jan Landau tot mixed media van Patricia Piccinini - wat inspireerde tot onder meer Engelstalige gedichten in de cyclus Insight. Uitnodigend. Al evenzeer door het motto uit En attendant Godot van Samuel Beckett waar een gezonde ironische zelfrelativering uit spreekt: Vladimir: Tu aurais dû être poète. Estragon: Je l’ai été. Ça ne se voit pas?
René Hooyberghs debuteerde met Rond zijn (De Bladen voor de Poëzie, 1964). Een jaar later verscheen bij dezelfde uitgever Geboren worden. Na een lange stilte vond hij onderdak bij uitgeverij C. de Vries-Brouwers met de bundels Stamboom (2011), Het woord nabij (2016) en zijn recentste publicatie, Het buikje van de kikker (2020), gedichten uit de periode 2017-2019. Net op tijd voor een beroerte me overviel, lezen we in het na- en dankwoord.
De dichter is een observator van de directe Antwerpse omgeving waar hij Uitzicht op heeft: pleintjes, de Pelgrimstraat, café Den Engel, rusthuis Den Oever: De bleke aders nauwelijks/ geborgen in witte sokjes, de stuk/ geslofte pantoffels. God, toon hen/ uw genade, verlos hen van het aardse./ geef hen de geest.
Evengoed verbreedt hij in de cyclus Inzicht de horizon: van het Lago Maggiore, de wilde paarden/ van de Pyreneeën en het grijze strand van Port Soedan tot (…) het land van  de Causse Noir:/ de mensen schaars, stomp als hun vingers,// als hun bomen. Hun honden mager,/ hun schapen dwaas. Slapen doen ze als/ de mistral zwijgt, praten doen zij niet,/ zij snauwen Occitaanse vloeken.
De cyclus werd ingeleid door het gedicht Vogel waar het dichterschap aan bod komt: Het woord is mij ontgaan/ een andere tijdzone tegemoet,/ daar genesteld in een cocon/ van ongrijpbaar welbehagen. Het schemert ook door in het in memoriam gedicht Guy uit de cyclus Afscheid: (…) de dichter kan hoogstens schuim zijn/ aan de oppervlakte van de tijd, het gedicht Paternoster uit de cyclus Schaduw: Ach, natuurlijk, er komt van mij nog/ woord na woord. Ik rijg desnoods/ parels van onzin aan elkaar, een/ paternoster van devoot gebakken lucht en in Afasie (cyclus Licht): Weifelend baant het woord zich een weg/ langs het tumultueuze struikelpad van zelfcensuur.
In het Envoi krijgt de liefde een ereplaats:

JIJ,

die mij beroert in nacht
of nevel of tussen stijf-
gestreken witte lakens,
onbewust als in je droom

je glimlach als een vinger
je beroert, in je wijsheid
al de kracht van je schoonheid.

De gedichten van René Hooyberghs zijn opmerkelijk helder en gebald tegelijkertijd, gegoten in een aanvankelijk vrij klassiek aandoende vorm, waarbinnen hij zijn poëtische kracht strak in de hand weet te houden. Daar is Het buikje van de kikker met zijn 43 gedichten, verdeeld over zeven cycli, eens te meer het hoogstaande bewijs van. 
Een aanrader!

Het buikje van de kikker, René Hooyberghs, Uitgeverij C. De Vries-Brouwers, Antwerpen/Rotterdam, 2020, ISBN  978 90 5927 438 9

(Roger Nupie)