In het voorjaar van 2020 verscheen de
dichtbundel Alles begint bij het aanraken van Jenny Dejager. Eerder
publiceerde zij naast twee romans acht dichtbundels. De laatste drie zijn Duinglas
(2012), Een glimlach in de mondhoeken van de troost (2014) en Avondreizen
van muurzweet en parels (2017). Zes van de gedichten uit deze nieuwe bundel
waren opgenomen in vorig jaar uitgekomen Bloemen van het verleden, zeven
dichteressen uit Nederland en Vlaanderen, samengesteld door Hannie
Rouweler. Alles begint bij het verleden is uitgegeven door
Boekscout.nl te Soest. De omslag, van Jenny Dejager zelf, is fraai en geheel in
de sfeer van haar poëzie. De lay-out is wat rommelig onder meer omdat de
gedichten zijn afgedrukt met verschillende regelafstanden.
De bundel draagt als ondertitel In
het handschrift van de dichter. Hij bevat achtenvijftig teksten,
opgedeeld in drie hoofdstukken, De poëzie van het schone onbehagen, Alles
begint bij het aanraken en Door het harnas van de tijd.
De gedichten van Jenny Dejager zijn verstoken van enige vorm van rijm of
ritmische effecten. Ze schrijft prozaïsch, in gewone-mensen-taal, zonder opsmuk
van dure woorden. Op het continuüm van praten naar zingen zit zij aan de
praatkant. Dat is haar handschrift. Daarmee formuleert ze aanspreekbare
metaforen en roept ze stemmingen op die dicht bij de huid komen. Daarmee ook
schildert ze met vaardige hand een breed scala van emoties. Gemis, verdriet,
afkeer, verwijdering, behoefte aan intimiteit, verlangen naar begrip, hunkeren
naar troost, angst voor toenadering. Thema’s zijn afstand, geslotenheid,
zwijgen, vergeving, verwijdering. Iedere keer gerelateerd aan woorden en
dichten. Enerzijds gaat het erom wat woorden en de afwezigheid van woorden
teweegbrengen. Woorden maken bange wezens/ soms worden ze onberekenbare
wapens./ Ik worstel ermee.// Woorden met oneffenheden worden in een put
gegooid./ Ik ga dikwijls naar die put. Aan de rand blijf ik staan/ om te kijken
naar de bromvliegen en de maden die er floreren. (uit Telkens ga ik
terug). En: Ongenaakbaar zoals mijn moeder voor mij was. / Springtij of
stormvloedramp werd doodgezwegen. /Als ik doodga in dit lijf, hoe glijdt mijn
identiteit/ dan uit zijn gletsjer als vergeving geen vrede vindt? Anderzijds bieden woorden een toevlucht en
een bestemming. Woorden zijn als bonenstaken in de chaos./ Intuïtie beklimt
een imaginaire trap uit breuksteen,/ ze bereist het onbegrensde stap voor stap.
(uit: Emoties). Op de duur wachtte zij op hem./Hij schoof aan
tafel na een geruisloze nacht.//Toen hij uit haar gewoontes stapte/ met zijn
aanwezigheid en haar berusting// Vloog ze op en vertrok naar de schatkamer/van
haar donker nest. (uit Ze reisden apart)
Het is verre van deze auteur om wijsheden
te verkondigen, maar de enkele keer dat ze zich eraan waagt leidt dat toch tot
verrassende poëzie. Soms komt geluk uit een oude doos/ Waar heel veel
ongeluk is uitgegooid./ Het buigt zich voorover,/ strikt zijn veters alsof het
helden zijn,/ het zet zich schrap en bakt van schervenmeel een brood. (uit Geluk
slijt).
Alles begint bij het aanraken, Jenny Dejager, Uitgeverij Boekscout, Soest, 2020, ISBN 978-94-640-3114-0
(Will
van Broekhoven)