Willem
Thies (1973) debuteerde in 2006 met de dichtbundel Toendra, bekroond met
de C. Buddingh’-prijs. Zijn tweede bundel, Na de vlakte (2008), werd
genomineerd voor de J.C. Bloemprijs. Daarna verschenen Twee vogels één kogel
(2012), Meer mensen dan reddingsvesten (2015), Na het paringsritueel
(2018) en nu recentelijk in de Gaia • Chapbooks-reeks Schoon. Gedichten
van Willem Thies werden ook opgenomen in tal van bloemlezingen.
Gaia
• Chapbooks wil een podium bieden aan kunst, politiek, cultuur, wetenschap,
religie, literatuur, poëzie etc. Een lovenswaardig initiatief, dat aantoont
dat poëzie niet duur hoeft te zijn, want de publicaties verschijnen als e-book
die via lulu.com gratis - uiteraard plus verzendingskosten - aan de lezer
beschikbaar worden gesteld. Bij dezelfde webwinkel is voor een habbekrats een
paperbackeditie verkrijgbaar. Naast uitgever-initiatiefnemer Ton van ’t Hof
publiceerden ook Alain Delmotte, Bob Vanden Broeck, Gert de Jager, Martin
Knaapen en Richard Mijnten al in deze reeks.
Na
het gedicht Processie volgen twee cycli: Schoon (9 gedichten) en Gift
(11 gedichten). Korte en lange teksten wisselen elkaar af, waarbij de
parlando-stijl en de dreiging meteen opvallen, zoals in het gedicht Rel:
In duister paars licht op de hand klap/ Maak iets kapot en je eigent het
toe/ Al die gratis woede gratis verontwaardiging/ Een snel verval. Je zou nog
niet dood gevonden/ willen worden in liefde. Een bord, een spreuk/ om achteraan
te marcheren. Grofkorrelig geweld./ Ben je bereid? Ben je vrij? Barst. Wapen.
Schild.
De
dichter drukt de lezer met zijn neus op een realiteit die niet al te fraai is
en vaak in een onheilspellende sfeer baadt.
Feodaal: De mensen
wonen achter computers, in witte gebouwen met blauwe/ ramen. Ze hebben
huisdieren en noemen ze natuur./ De computers werken voor de mensen, de dieren
hebben een eed van trouw/ afgelegd, zij dicteren een routine, terwijl/
maniakale paarden op verre steppes draven.
Het
is zijn kracht een spanningsveld op te bouwen waar je niet omheen kan.
Machine: De ratten
verkozen gezoet boven/ ongezoet drinkwater.// Maar méér nog verkozen de ratten/
de onzekerheid. Het niet weten/ of de machine gezoet of ongezoet drinkwater/
zou toedienen.
Als
De Noordpool brandt./ Een scherf op de mossige steppen van Groenland
versterkt de zon/ laat gras en dwergstruik smeulen, vlam/ vatten, heeft de
dichter nog een waarschuwing achter de hand: Drink voldoende, lever geen
uitzonderlijke fysieke inspanning, en laat/ de boomgrens, kustlijn/
oranjegloeien, zwartgloeien, verbrokkelen, met zacht gekraak instorten./ Het
zijn maar constructies/ van de natuur. Bouwwerken. Een ritueel offer. Wierook.
Laat de kreken/ branden en maak/ laatste aantekeningen.
Deze
sterke bundel sluit knap af met een gedicht waarin enige troost doorschemert:
In
droom een man wandelde en de bomen helden voorover rondom hem.
Het
loof van de bomen lichtte op
als
een bergtop boven de grens, het hoofd van de man
verzonken
in zichzelf, omsloten, omkranst.
Iets
in zijn gang, zijn kin, zijn kaak, zijn kruin. De intimiteit.
De
vertrouwdheid van het lichaam van een vriend die men voor het eerst ziet.
Schoon, Willem Thies,
Gaia • Chapbooks, Leeuwarden, 2020, ISBN 978-0-244-24012-7
(Roger
Nupie)