Virtualia. Teletonen

Het oeuvre van Sybren Polet heeft altijd in het teken gestaan van het taalexperiment, het zich losmaken van het traditionele en het zoeken naar tegendraadse vernieuwing. Op die wijze heeft hij zich een bijzondere plaats toegeëigend in de beweging van de Vijftigers. Controversieel en eigenzinnig heeft zijn werk dan ook alleen maar bejubelaars en verguizers. De bundel Virtualia. Teletonen is niet anders: of je laat na lezing van de eerste versregels de bundel voor wat die is, vol afschuw voor de niet aflatende stroom van neologismen en intellectualistische woordkramerij of je laat je onvoorwaardelijk meevoeren en onderdompelen in een ‘sprakeloze’ woordensymfonie, die een vaak huiveringwekkend toekomstig universum creëert. De auteur heeft altijd een dubbelzinnige en kritische verhouding gehad met de technologische vooruitgang, die onze maatschappij drijft. Een zeker cultuurpessimisme is hem niet vreemd. Ook in deze bundel heeft de inmiddels bejaarde Polet niets aan engagement en gedrevenheid ingeboet. Als een jeugdige stormram beukt hij op de ontmenselijkte vermarkting van onze samenleving. De beginregels zetten de toon: Rating van het mensdom gedaald / van AAA naar AA, A en A-. Alles & allen op naar het min-nul, ons aller eindbegin / en optimale zelfverevening in zeroïsche onschuld. Het doet onwillekeurig denken aan de laatste profetische versregels van die andere Vijftiger, Bert Schierbeek, in zijn onvolprezen bundel De andere namen uit 1952: en over ons allen valt de schaduw van de naamloze daden die aan ons worden gedaan van binnen en buiten ons zelf…
Polet beschrijft en herdicht op een fascinerende wijze een muterende werkelijkheid, de komst van een nieuwe (cyborg)mens. Verborgen dimensies, diepe orde. / De mutaties volgen elkaar steeds sneller op, / muteren elkaar en volvoeren eindspelen… De tijd is daarbij tegelijkertijd vriend en onoverwinnelijke vijand: Het tandenknarsend fijnmalen van tijd,/ het herkauwen. / Nultonige tijd, alle hertijd verterende.
Polet is één van die zeldzame dichters, die in staat is om het nieuwe technische jargon en cybertaal in te bedden in zijn poëtica. Hij doet dat  met een benijdenswaardig vanzelfsprekend raffinement. Saaie en vaak onbegrijpelijke woorden krijgen plotseling kleur en beweging in een nieuw contextueel geheel. Je digitale existentie gehalveerd / of misschien heel ergens anders opgeslagen,/ bijvoorbeeld / in een lichtjaren verre duistere nis / van een ontzagwekkend groot elektronenheelal…
Hij kneedt de taal, zet die naar zijn hand en herschept zo de realiteit. Voor wie de moed heeft om de wereld van Sybren Polet onbevangen binnen te treden en zich te laten meevoeren in zijn vaak apocalyptisch universum zal aan een fascinerende zoektocht beginnen naar zichzelf in een vervreemdende wereld. In zijn notities refereert Polet naar Four Quartets van T.S. Eliot, ‘In my beginning is my end’ uit East Coker, het kan aangevuld worden met die andere versregel uit The Dry Salvages, ‘We had the experience but missed the meaning, / And approach to the meaning restores the experience.’  Virtualia. Teletonen is een monumentale bundel van een grootmeester van de taal.

Virtualia. Teletonen, Sybren Polet, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2012, ISBN 978 90 284 24531

(Richard Foqué)