De 100ste Tour in GeelZucht IV

Het poëtisch initiatief GeelZucht was in 2013 al aan zijn 4de editie toe, en die vinden we nu terug in de bundel GeelZucht IV. Het plan is eenvoudig: telkens verslaan 5 dichters om de beurt een rit in poëzie. Het gedicht verschijnt de dag in kwestie voor 19 uur op geelzucht.wordpress.com. Rustdagen werden niet overgeslagen.
Voor de 100ste Tour de France heten de dichters Bert Bevers, Fleur De Meyer, Frank Pollet, Miel Vanstreels en Willie Verhegghe. Initiatiefnemer Frank Pollet, die bij alle edities aanwezig was, heeft er ook nu weer voor gezorgd dat alle teksten in een fraaie hardcoverbundel gepubliceerd zijn.
GeelZucht IV is uniek omdat er, eenmalig, 100 exemplaren van gedrukt worden, die genummerd zijn en gesigneerd door de dichters. Om een verschil te maken tussen het GeelZucht-blog en het GeelZucht-boek, verschijnt in de bundel van elke dichter supplementair een origineel Tourgedicht dat niet op het blog is verschenen, en worden de gelegenheidsgedichten van gastdichters, die tijdens de Tour de etappes soms versloegen in poëzie, op het blog geplaatst (in de rubriek Onze Gasten), maar niet in de bundel afgedrukt.
GeelZucht IV begint met een lang openingsgedicht van Willie Verhegghe: La Grande Boucle of Leven, liefde en dood in 100 Tours, met als thema of rode draad belangrijke namen en gebeurtenissen in de 100 edities die de Tour nu oud is. Onvergetelijke momenten, heldendaden, anekdotes en historische momenten passeren de revue in dit prachtige evocatieve gedicht.
Na deze openingsceremonie volgen de daggedichten waar het hier eigenlijk om draait. Het voordeel van een gelegenheidsinitiatief als GeelZucht is dat deze ‘daggedichten’ vrij ongecompliceerd en eenduidig zijn.  De dichter had immers niet veel tijd om aan zijn tekst te werken: hij/zij moest inpikken op de actualiteit en luttele uren na de aankomst moest de bijdrage gepost zijn. Veel schrappen en herschrijven waren er niet bij. De kwaliteit kwam van de ervaring, de poëtische zeggingskracht, de kunde en het observatievermogen van de dichter. Aan hem/haar om iets origineels in de etappe te vangen en poëtisch te becommentariëren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de poëzie in deze knappe bundel over wielrennen redelijk anekdotisch is en een parlandokarakter heeft. Humor wordt niet geschuwd en maakt het lezen van de bundel tot een waar genot. Een nadeel van het anekdotische is natuurlijk dat de lezer zelf over voldoende kennis van de Tour moet beschikken om de gedichten in hun rijkdom te vatten.

Maar uit de geest van GeelZucht IV spreekt zeker de gedachte dat de Tour de France niet zomaar een wielerwedstrijd is, maar door de buitenproportionele inspanningen die hij van de deelnemers vraagt, een koers is geworden die van bepaalde renners goden heeft gemaakt, mythische figuren die door hun kracht boven het alledaagse zijn uitgestegen. Bevers, De Meyer, Pollet, Vanstreels en Verhegghe hebben door hun kunde van een wereldberoemd evenement een poëtisch eremonument gemaakt. Voor winnaars én verliezers.   

GeelZucht IV, Bert Bevers, Fleur De Meyer, Frank Pollet, Miel Vanstreels, Willie Verhegghe, De Letterloods, Puyvelde, 2013

(Philippe Cailliau)

Laatste bedrijf hopelijk geen laatste

Met stijgend genoegen, en dito verbazing, nam ik Laatste bedrijf – Een keuze uit de gedichten 1962-2012 van Jef van Kempen tot me. Ik kende Van Kempen uiteraard als hoofdredacteur van KEMP=MAG (nu Fleurs du Mal, zie: www.fleursdumal.nl) waarvan ik een van de medewerkers mag zijn, en ik wist dat hij interessante artikelen had geschreven (over onder meer Theo van Doesburg, Guido Gezelle en Antony Kok) maar dat hij ook dichter was bleef altijd onder mijn radar. Zo zie je maar: je bent nooit te oud om te leren. Jef van Kempen (° 1948, Tilburg) is ook als dichter een bezige bij, zo blijkt duidelijk uit deze (door Michiel Leenaars) wonderschoon vormgegeven bloemlezing.

Van Kempen raakte in de poëzie ‘verzeild’ dankzij een goede leraar Nederlands (Mijnheer Smits), aan wie hij een voorliefde voor het werk van Gerrit Achterberg overhield. Geen wonder dat deze bloemlezing een gedicht Achterberg bevat, met fraaie stevige strofen als God wierp ons verder uit elkaar. / Hij weet niet hoe Hij heet, / hoe verder weg, hoe feller wordt de beet, / als vreemde rozen in een rozelaar (te vinden in de sectie Vooral stem – Gedichten 1962-1980). Ook Geen woord te veel – Gedichten 1981-2000 staat bol van beklijvende regels als Dit landschap weet zich / een altaar van gebrek, en Onbaatzuchtig is de voorzienigheid voor / wie probeert de tekenen des tijds te verstaan. Uit Flarden van liefde en wansmaak – Gedichten 2001-2012 bijvoorbeeld Voor wie wit is, wit als sneeuw, is het lot van een graf in de zwarte, // in de zwarte aarde te zwaar. / O, dood, bedrieglijk, bedrieglijk scharminkel. Jef van Kempen heeft de pech gehad regelmatig met ziekte, met onheilspellende uitzichten op afloop, te worden geconfronteerd. Zijn werk is dan ook doordesemd van het eindigheidsbesef. Maar nergens wordt hij klef. Hij boeit met zijn eigenzinnige scansie, zijn sonore assonanties.

Om iets nieuws tot stand te brengen hoef je niet noodzakelijkerwijze iets aan te passen in je gebruikelijke register. Om door te dringen in een nieuwe zegging, in verrassende beelden kun je, dat bewijst Van Kempen,  ook ‘gewoon’ van identiteit wisselen. Laatste bedrijf bevat dan ook werk van zijn ‘afgeleide karakters’ Julia Origo, Monica Richter en J. A. Woolf (die ‘ieder een deel van mijzelf zijn, en, of ze willen of niet, ook dezelfde bagage dragen.’). Origineel is Richters De onvolkomenheden der volmaakte poëzie: het gedicht telt 31 bijna identieke regels: 1 tot en met 26 en 28 tot en met 31 luiden De onvolkomenheden der volmaakte poëzie, terwijl regel 27 (De onvolkomenheden der volmaatte poëzie) is doorgestreept.

Jef van Kempen en zijn alter ego’s schrijven een helder soort poëzie. Om de criticus Albert Hagenaars te citeren: ‘Geen gewroet in de grammatica, geen wemeling van adjectieven.’ Door Van Kempens eerder laconieke zegging verkrijgen zijn gedichten juist nog extra kracht. Laatste bedrijf is een heuse eye opener!

Laatste bedrijf – Een keuze uit de gedichten 1962-2012, Jef van Kempen, Art Brut, Tilburg, 2012, ISBN 978 90 76326 06 1

(Bert Bevers)