Peter Schotman is één van die
goed bewaarde geheimen in de Nederlandstalige poëziewereld. Wat opzoekwerk
leert dat hij naast zijn werk als medisch-biologisch onderzoeker reeds 25 jaar
geleden begon met schrijven. Dat waren toen korte verhalen, maar reeds vrij
snel keert hij zich tot de poëzie. In tijdschriften zoals Taalpodium en Concept kan
je zijn gedichten vinden zoals ook in de in 2001 door Kleinood & Grootzeer
uitgegeven verzamelbundel Stemmen.
Nu pas is er zijn debuutbundel: Op windveren van verlangen. Dat late
debuut kenschetst reeds op zich de uiterst zorgvuldige en zelfkritische aanpak
van de auteur. De taal moet uitgepuurd worden, het overbodige geschrapt, de
woorden aan zichzelf teruggegeven tot een maximale zeggingskracht ontstaat: Leven / ijlt langs hem / verleden / huilt /
door dichtgeklapte luiken / lopen lichtstralen / dood / in lege duisternis /… /
een kind kijkt toe / gekooid in prille / afwijzing.
De bundel bestaat uit vier cycli
die elk 9 gedichten omvatten, waarbij de titel van elk gedicht meteen ook de
eerste versregel is, die de lezer meteen het gedicht binnen zuigt.
Het centrale thema is het
onbestemd verlangen naar evenwicht in het leven, het tot rust komen met
zichzelf, de zoektocht naar innerlijke vrede als lotsbestemming. Tezelfdertijd
is de Peter Schotman zich terdege bewust
van het onbereikbare daarvan. Het is dit spanningsveld dat hij in deze bundel
evoceert. Jij trekt mij aan / ik stoot je
af / wat delen wij / in relatieve / eenheid / onzichtbaar / voor het leven /
mijn denken / metafoor voor eeuwigheid. Schotman gebruikt hierbij
systematisch het enjambement maar doet dat in een strakke staccato stijl: geen
punctuatie en versregels, die soms slechts uit één woord bestaan. Dit geeft het
gedicht een soort tranceachtig ritme, dwingt als het ware tot meermaals
herlezen en doet de lezer langzaam de meerlagigheid ervan ontdekken.
Schotmans poëzie drijft op zijn
herinneringen, op verloren dromen uit zijn geboorteland Nederlands-Indië en op
het trachten te plaatsen daarvan binnen het heden. Hij is de zoekende reiziger
‘à la récherche du temps perdu’. Als je
weggaat / brandt een silhouet van pijn / zich in mijn vlees tot eeuwige /
herinnering /… / je hand wuift / lucht onwezenlijk / ver van ons / leven / neem
je mee in een valies. In die zoektocht is het hem omringende landschap
constant op een bijzonder pregnante manier aanwezig.
Peter Schotman bewijst met deze
bundel dat dichten moet steunen op uiterst vakmanschap en een volledige
beheersing van het taalinstrumentarium. Pas dan kan je met taal je gedachten en
emoties vormgeven en communiceren. Op
windveren van verlangen is alleen reeds daarom poëzie pur sang, die
verlangt gelezen en herlezen te worden. Zoals steeds bij Kleinood &
Grootzeer is de grafische vormgeving van de bundel door graficus Gerrit
Westerveld daarbij van een ontroerende en eenvoudige schoonheid, die de
zeggingskracht van de dichter ondersteunt en versterkt.
Op windveren
van verlangen,
Peter Schotman, Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2011,
ISBN/EAN 978-90-76644-00-4
(Richard Foqué)