Nick J. Swarth schrijft
gedichten, verhalen en theaterteksten en is tevens performer. In druk
verschenen eerder Horror Vacui, een docudrama in 14 staties (1999), Kaka, Kuus & Knikker (2002), Vier zure zultsculpturen (2002), Het pikkie met de kale wup (2005), de
bundel-dvd de napalmsessies (2005), Naked City Poems (2007) en ¡Mondo Manga! (2009).
In mijn gedichten, in mijn teksten, zegt Nick J. Swarth, beweeg ik me door de taal alsof ik door een
stad loop. Ik teken klanken op, reproduceer kreten en toon scènes voor wat ze
zijn. Ze laten zich verstaan zoals een stad zich laat verstaan, zonder zich
ooit in hun geheel te laten bevatten. Een tekst is voor mij dus ook geen
eenheid, maar een veelheid. Mijn poëzie is steeds in beweging.
Nick J. Swarth is met deze bundel alvast in zijn opzet geslaagd. Met wat
hij registreert en optekent dompelt hij ons onder in een caleidoscoop van
ervaringen en sferen - teksten die al eens lang en prozaïsch durven zijn en
waarbij hij ook vaak goochelt met typografie. Het krioelt van de verwijzingen
(achteraan keurig vermeld) naar literatuur, figuren, muziek, e-mails. De
teksten worden afgewisseld met tekeningen van zichzelf (hij stond ook in voor
foto’s en omslagontwerp). De drie cycli, XL,
X en XS worden telkens aangekondigd met twee citaten. De flaptekst zet
de sfeer:
Hij die poogt. Onderbreekt al haar gewijde bezigheden.
Hij bedekt een oppervlakte van niet minder dan 36 are.Occupy. Bezet.
Bezet het plein. Het plein van de zondaars.
Wat heb je op je lever? Laat de gieren maar vreten.
Het kan zijn dat de opstand is mislukt.
En de dichter nodigt de lezer uit: Kom, til gerust de deken op, ik heb niets op mijn/ onsterfelijke lever. Door het vuur en de dynamiek van
de gedichten schreeuwen ze om live gebracht en gehoord te worden. Bij wie
poëzie het liefst bij een knapperig haardvuur leest, leeft vaak de overtuiging
dat teksten die zich uitstekend lenen om te performen aan strikt literaire
waarde inboeten. Swarth bewijst dat dit een dooddoener is, we kunnen hem dan
ook bijtreden als hij schrijft: nu wek ik
mijzelf / andermaal tot leven / ik lees dat ik het las / in dit vers (dus hier)/
en zag dat het goed/ was- op papier. De laatste twee strofen uit:
Tijdvakkenvullend
in Luik, onbetaald
Op een avond
ging je dansen. En je danste tot je stierf
van de dorst.Weet je nog waar je was?
De flats, de flessen (tafels, fantomen, gespuis). De bar
van JULIA waar Mme de Stripper stripte, haar affreuze
vrijage met de vulgaire huis, tuin- en keukenstoel HOP-
En toen naar
het Zuiden
en dan naar het Noorden, een hok, lucifers, een peuk.Geen roomservice of minibar. Geen kleur, geen tv.
Wel een radio
en ruis
een orgel
ontstemd DE PRETDIVISIE KEERT
VAN HET
SLAGVELD TERUG
het juiste
mes in de juiste rug.
Mijn onsterfelijke lever, Nick J. Swarth, Uitgeverij IJzer, Utrecht, 2012, ISBN 9789086840861