Boem, paukeslag!

De Nederlandse bloemlezer, dichter en dierenbeschermer Henk van Zuiden verzamelde in een recente uitgave van de reeks Rainbow Essentials niet minder dan 144 muziekgedichten. Boem, paukeslag! is een luxueus uitgegeven pocket. De titel verwijst naar Paul Van Ostaijen, maar vreemd genoeg is van hem geen enkel gedicht opgenomen.
Vooraan een inhoudsopgave met auteursnamen en titels. Dan volgen de gedichten, gespreid over 187 pagina’s. Achteraan een soort verantwoording, waarbij Henk van der Zuiden nog eens de namen van de dichters vermeldt, dit keer alfabetisch gerangschikt en met enkele bio- en bibliografische notities. Henk van der Zuiden biedt in Boem, paukeslag! gedichten aan die op een of andere manier met muziek te maken hebben. De samensteller koos niet alleen poëzie over het beluisteren van muziek

De tonen van het adagio klinken
door de koele kamer,
als regen die van bladeren en takken
drupt
in de strakke vijver van de avond.

(Anne Schipper, Mondschein-sonate)

maar presenteert ook gedichten over componisten, over uitvoerders en zelfs over zoiets concreets als hout, het materiaal waaruit sommige instrumenten worden vervaardigd (zoals Elly de Waard doet in Hout maakt muziek van bomen).
De samensteller laat een veelheid van Vlaamse en Nederlandse auteurs poëzie schrijven over alle mogelijke muziekvormen en -stijlen: van puur klassiek tot modern, van muziek tegen de leegte in je hoofd (Koos Geerds) tot het orgel op zondag (Fernand Florizoone).
Bart Stouten, op weg naar Wallonië, zit met Mozart achter het stuur. Abdelkader Benali luistert in het drukke verkeer in Beiroet naar Elvis Presley en Bertus Aafjes wijdt een gedicht aan Het Arabisch lied:

Een stem uit de Sahara opgeklonken
en die door duizend radio’s verspreid,
de stad verdoofd maakt en van droefheid dronken
en de gezichten vreemd en wit en wijd

De gedichten in deze bundel volgen elkaar lukraak op, in snel tempo. Achteraan in de bundel lijkt Henk van Zuiden dan wel enkele jazzgedichten te groeperen:

Hij had een zon, moeizaam bevochten, langzaam
zeker gevormde zon, koel als de spieren
van een lange-afstandzwemmer

(Remco Campert, Charles Christopher Parker, bijgenaamd vogel)

en

Jazz maakt veel los, of wakker,
beelden van abstracte schilderijen
films over Parijs, de jaren vijftig,
nachten uit je jeugd, en slaat je ook
met woorden om de oren: de warme
praatstijl van zwarte muzikanten

Coleman Hawkins en Lester Young

(Guy van Hoof, A love supreme)

maar we lazen onder veel meer ook Song for Satchmo van Roger M. J. de Neef en Scott Joplin, de master of ragtime van Jaap Harten. Deze bloemlezing is naar mijn smaak niet helder genoeg gestructureerd. Gedichten over het beleven van muziek, muziekstijlen en -genres, componisten, luisteraars en uitvoerders volgen elkaar op, in bijna willekeurige volgorde. Ook het ontbreken van een aanvullende paginaverwijzing in de alfabetische lijst achteraan en de summiere literaire duiding werken verwarrend. De vraag is daarom dan ook of de lezer zijn weg zal vinden in deze nochtans rijke verzameling muziekgedichten.

Boem, Paukeslag! – De mooiste muziekgedichten, Rainbow Essentials, Uitgeverij Maarten Muntinga, Amsterdam, 2011, ISBN 978 90 417 40816

(Nicole Van Overstraeten)