Het uur van de pad

Sinds Liesbeth Lagemaat in 2005 de C. Buddingh debuutprijs kreeg voor haar bundel Een grimwoud in mijn keel publiceerde ze nog 2 bundels. Het uur van de pad is haar vierde. Het is een omvangrijke bundel geworden van 81 gedichten, genummerd in minuten, van de nulste tot de tachtigste: een uur in tachtig minuten als het ware. Maar dichters mogen deze vrijheid nemen, want poëzie moet tijdloos zijn of niet?
Na in de nulste minuut de pad te hebben gedefinieerd: Hij blaast met een rietje in de kont van bang en het klapt. Pad is inwisselbaar, begint de dichteres veelbelovend en sterk in de eerste minuut: Uw tuinfluiter ben ik. Wat ik u toeroep, echoot langs het brokkelsteen omlaag, uw muren van honderd jaar zwijgen. De pad en paddengedrag als metafoor voor retrospectie en overschouwing van je eigen zijn en leven: We bewogen ons en zaten gesloten in een bol van glas, / je was veel verder dan ik verwijderd van het centrum. / Waar jij liep waren de treden minder warm…De grenzen tussen proza en poëzie vervagen en al lezende wordt de bundel hybride, een beproefd maar interessant recept, waarop de dichteres schijnbaar patent heeft.
Maar langzaamaan echter schrijft Lagemaat zichzelf klem. En precies daar wringt het in deze bundel. De metafoor wordt systeem, de dichteres valt in herhaling en verliest naar het einde toe alle perspectief. Bijna voorspelbaar eindigt de bundel dan ook met de verwijzing naar de sprookjes waar de pad steevast gekust wordt door een prinsesje en verandert in een beeldschone prins: Zeg! Moet ik u dan 100x kussen voordat u wakker wordt / in een klank die ik niet kan eten? / Is dat het? Is dat wat u wilt? Waar sal ic u vinden? Zelfs de valkuil om er ook nog wat oud-Nederlands aan te koppelen omzeilt ze niet. Dit is jammer, want Lagemaat is ontegensprekelijk een begenadigde woordkunstenares, die een ontzettende taalvaardigheid koppelt aan een sterke verbeelding en beeldspraak: Wij dolven gewelven vol mos en kleine, kleine geknakte vogels. / Geschroefd en gespleten de snavels: een lied, terug in die groef.
Op de literaire weblog Poëzierapport wordt het, naar aanleiding van haar vorige bundel Handlanger – Het witte kind, poëtische overkill genoemd en dat omschrijft vrij aardig wat er ook met deze bundel aan de hand is. Lagemaat weet bijwijlen geen maat te houden. Gedreven door een magisch enthousiasme raakt ze als het ware beroesd en bedwelmd door de taal en haar zeggingskracht. Ze verdwaalt in haar woorden en zinnen, verliest richting en weg: Een vacht die zich strakker trekt en mij, nog voor ik / de drang krijg tot schrikken – de adem. Snijdt./ Mij de benen de pas af….
Eens te meer wordt bewezen dat overdaad schaadt. Lagemaat holt zichzelf voorbij en zou wellicht toch beter Het uur van de pad beperkt hebben tot de klassieke 60 minuten.

Het uur van de pad, Liesbeth Lagemaat, Uitgeverij Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2012, ISBN 978 90 284 2456 2

(Richard Foqué)