Een van de meest productieve auteurs van de laatste jaren is beslist Patrick Cornillie, die met een ijzeren regelmaat oorspronkelijke fietsgidsen en boeiende sportboeken op zijn publiek loslaat. Liefhebbers van poëzie weten echter dat de aimabele Lichterveldenaar óók dichter is, ja zelfs debuteerde in die hoedanigheid. Bundels van zijn hand zijn onder meer De draagwijdte van het heden (1989), Fleurs de Semois (1996), Kromme haas (2006) en de verzamelbundel Bij tijd en wijle (2016). Nu is er een nieuwe bundel van zijn hand: Het is niet wat er staat.
Die bevat 37 gedichten, waarvan een aantal reeds verscheen in bloemlezingen en tijdschriften. Patrick Cornillie laat zich regelmatig door sport inspireren, en niet alleen door het wielrennen (bijvoorbeeld Rott, Sint-Martinus en Grupetto) maar ook door voetballen (Elf meter), turnen (De brug met ongelijke leggers) en atletiek: Je leeft echt mee met de atlete en de bewondering voor haar in Nafi Thiam: Dat zij de perfecte tred heeft en het opveren, / een werparm als gebeeldhouwd vlees, / de heupen en de benen – een stadion zindert / als zij de pezen rekt, haar schouders optrekt // en de longen vult voor een lichaam of zeven [….] Het is evident: Cornillie weet niet alleen in de koers maar ook in en van andere takken van sport de poëzie te ontdekken. Ook in De acht met stuurman, een gedicht dat origineel begint met Met de riemen die ze hebben. / Om samen een verte naar zich toe te halen. Sterk beeld! En knap besluit met Alsof niets ooit een zaak van achter- / laten is, alleen maar van heengaan. Met De acht met stuurman sleepte Cornillie overigens de Julia Tulkens Poëzieprijs 2021 in de wacht.
Met de titel geeft Cornillie natuurlijk een vette knipoog naar Martinus Nijhoffs Lees maar, er staat niet wat er staat. En ook in Herkauwer laat hij duidelijk blijken dat hij zijn klassiekers kent door onder meer Luceberts poëzie is kinderspel en Achterbergs de dichter is een koe in zijn eigen vers te integreren.
Inspiratie haalt Patrick Cornillie overal. Zo bepeinst hij in Schrijfmachines de ‘oude dingen waarmee wij vroeger moesten schrijven’, ‘dingen die Olivetti, Adler of Remington heetten’. Ook stratenatlassen en telefooncellen zijn hem een gedicht waard, en magneetbanden en tv-antennes (Woorden / uit de tijd dat huizenrijen nog gebukt stonden / onder een woud van kromgewaaid ijzer). Indringend zijn de verzen met de Groote Oorlog als thema (Hoe houdt hij zich verder op de been, / als alweer een pijnscheut hem in een kramp / van koudvuur plooit? in het bij Das trauernde Elternpaar van Käthe Kollwitz geschreven Vladslo, Deutscher Soldatenfriedhof.
Her en der staan fascinerende zinnen. Neem platanen die in / de spiegels van de grachten naar / hun verschroeide benen kijken (uit Een stad, een zomer) of Winter is een beslommering die op wachten rijmt. (uit Winteruur). Daar kan ik een poosje met plezier op kauwen. Patrick Cornillie schreef met Het is niet wat er staat een dichtbundel in kristalheldere taal waaraan niet alleen geoefende maar ook ‘gewone’ poëzielezers veel genoegen zullen beleven. De moeite van het lezen en herlezen waard.
Het is niet wat er staat, Patrick Cornillie, Uitgeverij C. de Vries-Brouwers, Antwerpen/Rotterdam, 2023, ISBN 978 90 6174 452 8
(Bert Bevers)