Uitgeverij Opwenteling kiest niet voor vertrouwde paden. Het fonds publiceert bundels die van singuliere schrifturen getuigen. De bundel mijn cloud, die de uwe is van Anouk Smies is daarvan het voorbeeld én het bewijs. De lectuur van dit soort poëzie vereist van de lezer een grondige deconditionering: je moet als lezer het aangeleerde alfabet bijstellen. Als, naar het woord van Paul Valéry, poëzie, formeel gesproken, in eerste instantie een zoektocht is naar een taal binnenin de taal, dan gebeurt dit zeker in het werk van Smies. Ze waagt zich verder dan het geschreven woord: in de laatste gedichten van de bundel worden lettertekens in een binair cijferschrift weergegeven. Haar vocabularium en thematiek is eigentijds, wat me wel eens naar het internet deed teruggrijpen.
Ik sta open voor dergelijke uitdrukkingswijzen - waarmee ik niet wil zeggen dat alles voor mij even duidelijk is. Dit boek vraagt om meerdere lezingen vanwege de brede gelaagdheid: wat tijd vergt want onze conditioneringen zijn taai en zitten heel diep in ons wezen vast: je rukt ze er niet zomaar uit.
De bundel telt vier delen. Het eerste deel alles buiten de data was propaganda thematiseert een eindtijd zoals die gezien wordt door de sekte ‘Wachters van de nacht’ die voorspelt dat Nederland door een tsunami overspoeld zal worden. Een sekte bestaande uit een soort ‘wappies’ die sterven zien als een satanisch complot. Het tweede deel de aarde is een agnost waarin een door noodlot, sadisme, projectie, rangorde, doodbloeden en zwaartekracht beschadigde aarde wordt voorgesteld. De oorzaak hiervoor kunnen natuurlijke processen zijn (de Zwitserse Ruinaulta-kloof) of menselijke interventies (de atol Morura waar het Franse leger atoombommen uitprobeerde). In het derde deel komt ‘Raymond Kurzweil’ aan bod. Deze futuroloog orakelt onder meer dat we binnen 20 jaar dingen van het internet zullen kunnen downloaden in onze hersenen. Smies staat daar kritisch tegenover. In het gedicht gebed schrijft ze expliciet: Maak Raymond Kurzweil dood. Het derde deel de cloud is gecentreerd rond het ‘Project west ford’, daterend uit de periode van de koude oorlog. Een mislukt project waarbij Amerika een kunstmaan probeerde te lanceren met 400 miljoen koperen naalden aan boord. De bedoeling was, dat deze naalden zich in de ruimte zouden verspreiden om een wolk te vormen, die radiosignalen zou kunnen weerkaatsten die het leger in staat stelt radioboodschappen over te seinen.
Uit die reeks het titelgedicht: Lieve cloud, / sluipwesp van individuele drift, / mammoetklank van wetenschap, / harde hand zonder onderscheidend vermogen // Lieve cloud, / pooier van goedertierenheid, ballenbak, / hackertje, cosmetische chirurg van gemis // Lieve cloud, / waar niemand uit ontwaakt als ik het mocht bepalen / Niet uit mijn cloud, die de uwe is.
De hele sfeer van de bundel heeft iets verontrustends en bedreigends. Ik las deze bundel als één grote bezwering. Van bijvoorbeeld AI (artificiële intelligentie) zoals in het gedicht nog niet. Met een opvallende beginregel: Als men vraagt of God bestaat zeg ik: Nog niet. Hier en daar duikt een poëticale gelaagdheid op. Zo schrijft ze: schuw bij het fijnproeven van recensies uw vleeslijkheid niet. Zou ik haar nu moeten tegenspreken? In ieder geval is dit is een interessante, de lezer uitdagende en niet alledaagse bundel.
mijn cloud, die de uwe is, Anouk Smies, uitgeverij Opwenteling, Eindhoven, 2023, ISBN 978 90 6338 182 0 nur 306
(Alain Delmotte)