Een punt op een blad


Hervé J. Casier publiceerde in de periode 1964-1976 een zestal dichtbundels. Pas in 1988 volgde een nieuwe reeks bundels. De vierde bundel die verschijnt bij Uitgeverij C. de Vries-Brouwers is Een punt op een blad, met als mysterieuze ondertitel Warvingegedichten 2015-2022, maar daar heeft de dichter een verklaring voor: Een warf is een hoogte in het landschap. Warven zijn ook in stilstaand water afgezette sliblaagjes. Het gaat het hier over een landschap met hoogten en laagten: de laagten zijn drassig, in de winter staan ze onder water en daarnaast zijn er de hogere stukken die droog zijn. Een warvinge is een gebied met afwisselend laagten en hoogten, zoals in de weiden het geval kan zijn. De weiden voor mijn deur in mijn straat zien er zo uit. Vandaar: de warvinge. Warvinge is tevens een streek bij Vlissegem (deelgemeente van De Haan), het dorpje waar de dichter woont.

Hervé J. Casier schrijft uitgedunde poëzie, korte en kleine gedichten, zonder titels, leestekens en hoofdletters. Zijn taal is eenvoudig en helder, ontdaan van enige vorm van opsmuk, opvallende beeldspraak en metaforen, zoals ook Jan Arends dat deed, maar daar houdt elke vergelijking op: bij Casier is geen getormenteerd en wrang levensgevoel te bespeuren.

Maar die eenvoud is soms bedrieglijk: in enkele gedichten ligt bijna onopvallend een rijm verscholen.

De dichter reflecteert over de realiteit, waarin hij de tijd en de beweging stilzet. Zoals je een afbeelding uit een video kunt halen, wat dan een still of een grab wordt genoemd, zo lijken de gedichten wel stills uit een film waarin nauwelijks iets gebeurt, maar waar net daardoor de kleinste observatie wordt uitvergroot - iets wat tegelijkertijd evenzeer herkenbaar als bevreemdend overkomt.

Waarover schrijft Casier? Alledaagse dingen als een wandelaar (wanneer hij zijn schaduwbeeld/ kon verstaan zou hij misschien/ bij zichzelf kunnen binnengaan), tuinstoelen, bomen, vlinders, een buizerd, een appelboom, een kat, een hond, een leeuwerik: zoals/ een leeuwerik/ die kwetterend/ omhoog/ vliegt/ steeds/ hoger klimt/ en daarna/ naar beneden/ dwarrelt/ op het gras/ dat er altijd al was

Maar evengoed komen de dood (de/ horizon/ het/ avond-/ rood// stille/wijzers/van/ de dood), de eenzaamheid en ouder worden delicaat aan bod: ik ben/ oud/ geworden// ik wankel/ als/ ik stap// met ijs/ in de/ ogen/ bekijk ik/ de wereld

Het woord zelf is onderwerp van enkele gedichten:

op de velden/ van/ de herinnering// liggen er nog/ wat/ woorden over// ze kijken mij/ almaar/ wezenloos aan// al de andere/ zijn/ ervandoor gegaan

altijd getracht/ zo weinig / mogelijk/ te schrijven/ om straks/ in het / nulpunt/ van de/ woorden/ te verdwijnen

En de dichter? (…) hij denkt en wacht/ tot zonsondergang/ daarna schrijft hij/ niets meer

Een punt op een blad bewijst hoe weinig er nodig is om knappe poëzie te schrijven - als men daar het meesterschap voor heeft. En dat heeft Hervé J. Casier.


Een punt op een blad, Hervé J. Casier, Uitgeverij C. de Vries-Brouwers, Antwerpen, 2022, ISBN 978 90 6174 303 3

(Roger Nupie)