Gevonden voorwerpen


Frans A. Brocatus werd in Wuustwezel geboren maar woont en werkt al geruime tijd in Nederland. Alhoewel hij reeds één roman publiceerde en een bundel kortverhalen is hij vooral een gerenommeerd dichter en poëziedocent. Met zijn pas verschenen Gevonden Voorwerpen heeft hij echter een merkwaardig en uniek werkstuk afgeleverd, dat voor zover ik weet geen voorbeelden kent in de Nederlandse literatuur.

In Gevonden Voorwerpen beschrijft Brocatus een reeks vertrouwelijke dingen, die hij in zijn leefwereld aantreft, gaande van zijn agenda over een stuk chocolade, een lamp, zijn tafel, zijn collectie vulpennen tot een stuk zeep en een zeil. Vijftig voorwerpen, die hij alfabetisch rangschikt in vijftig korte hoofdstukjes, telkens voorafgegaan door een korte definitie, die hij overneemt uit Wikipedia.

Het boek is op het eerste gezicht als het ware een korte encyclopedie van de alledaagsheid, maar hoe bedrieglijk. Telkens opnieuw bij elk ‘gevonden voorwerp’ opent Brocatus een ganse wereld, die hij transcendeert in een persoonlijke intrigerende beleving en inleving maar die ook onmiddellijk herkenbaar is voor de lezer, die hij zo mee indompelt in diens eigen ervaringen met dat ‘voorwerp’ en het zo ook voor de lezer een ‘ontdekking’ wordt: opnieuw gevonden. Het heeft iets Proustiaans en ademt diens madeleine-effect en de nostalgische sfeer van A la recherche du temps perdu.

 

Het verfrissende en verrassende is de herkenbaarheid van de gevoelens, die de schrijver oproept: persoonlijk maar tezelfdertijd universeel en generaties overstijgend, erg poëtisch verwoord maar tezelfdertijd ook zakelijk. Brocatus slaagt erin om ertussen te balanceren. Hij schrijft in de derde persoon en neemt zo afstand van zijn onderwerpen, die eigenlijk zo nauw met hem zijn verbonden. Zo doende kan hij als schrijver buitenstaander worden, die beschouwend kijkt naar dat gevonden voorwerp maar kan hij ook van binnenuit zijn gevoelens en herinneringen, die ze oproepen, verwoorden. Die bipolariteit vertaalt zich ook in de zegging en de stijl, die dan weer zakelijk is, dan weer erg poëtisch. De twintig tekeningen van Laura Zandbergen, die zich liet inspireren door de teksten en hier en daar in het boek opduiken versterken nog deze tekstuele spanning.

Een klein excerpt uit het hoofdstuk Bril als illustratie van bovenstaande: Hij was zeven jaar toen hij zijn eerste bril kreeg. Een brilletje met zogenaamde ‘rattenstaarten’. Op het einde van de pootjes zaten bewegende veertjes met daaraan een bolletje.../...Zijn brillen kenden korte en lange levens. De modellen verschilden naargelang hij groeide in de jaren.../...Van zijn moeder heeft hij de bril van haar vader gekregen.../...Van zijn vader heeft hij de bril van diens moeder gekregen.../...Vier glazen die onthouden hebben wat de ogen erachter gezien hebben. Vier glazen die niet kunnen spreken maar toch een wereld kunnen oproepen.

Gevonden Voorwerpen is een boek dat je mondjesmaat moet savoureren om zo zelf de voorwerpen te vinden en opnieuw te ontdekken, er mijmerend bij stil te staan en je eigen leefwereld met een nieuwe blik te zien. Het is daarenboven een bijzonder mooi uitgegeven boekwerk met stijve kaft, wat niet zo evident meer is tegenwoordig.

Gevonden voorwerpen, Frans August Brocatus & Laura Zandbergen, Ambilicious, Breda, 2020, ISBN 978-94-92551-87-0

(Richard Foqué)