Tussen boog en snaar

Marleen de Crée debuteerde in 1969 met Ofelia speelt met de maan waarmee ze in 1970 meteen de Provinciale prijs van Antwerpen voor de poëzie won. Sindsdien regende het prijzen en eervolle vermeldingen. Tot nu toe verschenen er van haar 19 bundels. Fluisterlicht, haar twintigste is in voorbereiding en voor 2014 gepland. Zij publiceerde in zowat elk literair tijdschrift, nam deel aan tal van poëziemanifestaties en haar gedichten werden vertaald in het Engels, Frans, Duits en Roemeens. Als plastisch kunstenaar (oost-indische inkt, aquarel, pastel, acryl, gouache, mixed media, assemblage) had ze sedert 1964 een groot aantal individuele en groepstentoonstellingen in België en in Nederland. Zij illustreerde eveneens verscheidene van haar dichtbundels.

Tussen boog en snaar is de tweede anthologie met het poëtisch werk van Marleen de Crée. (eerder verscheen bij het PoëzieCentrum in Gent Over de brug der aarzelingen). Ze werd samengesteld en ingeleid door Chrétien Breukers, en bevat tevens een degelijk nawoord van Joris Gerits. Deze bloemlezing herneemt een groot deel van haar poëzie die reeds in Over de brug der aarzelingen- Gedichten 1969-1989 verscheen. Dit is eveneens het geval met  Sequenza, haar eerste tweetalige bloemlezing (in het Nederlands en in het Engels, vertaald door Annmarie Sauer) die op 15 maart werd voorgesteld.

Dank zij Marleen de Crée’s boeiende metaforiek vloeien de thema’s die haar nauw aan het hart liggen: natuur, liefde, het fascinerende van het leven en het menselijk gedrag. In het poëzielandschap dat vandaag al te dikwijls verdrinkt in al te hoog geprezen prozaïsch geharrewar is de dichterlijke stem van Marleen de Crée bijzonder zeldzaam. Haar gedichten zijn vormvast en met een voorkeur voor de sonnet- of rondeelvorm opmerkelijk muzikaal. Ze handelen dan ook regelmatig over muziek, zoals hier over die van Domenico Scarlatti:

je tekent de lijnen uit met noten,
stippen van je harmonie. ongewoon
verlaten zij de huizen van vertrouwen,
dansen in het licht, de wetmatigheid
van hun verband. verschrik je nooit?
ben je beschroomd? is dit niet je andere,
je onbekende?
voorzichtig verken je zijn paden, dorens
in je eigen oog. woon jij bij de onverlaten? neen.
wijd liggen klavieren voor je open. beaam
maar niet, wij horen nu de toon. bekoren
van het hart en van de vingers, één lijf, één toebehoren.
één zin bij al de zinnen die uit zoveel sporen
naar jou zijn toegestroomd.

Niet voor niets verwijst de titel van deze bloemlezing naar de boog en snaar van een viool, haar lievelingsinstrument. Zelf zegt zij over haar vormkeuze: “Het is in het sonnet dat ik mijn grootste vrijheid geniet, dat ik mijn vleugels het best kan spreiden. Aan de vorm gebonden, voel ik me vrij”. En van deze vormvaste vrijheid zonder dwangmatige rijmen voor verhalen die moeten kloppen, kan je als lezer alleen maar genieten. Dit is een monumentaal overzicht, waardoor hopelijk ook mensen die haar werk niet kennen kennis met het bijzondere oeuvre van Marleen de Crée zullen maken.

Tussen boog en snaar, Marleen de Crée, Uitgeverij P, Leuven, 2012, ISBN 978-94-91455-02-5

(Frank De Vos)