Een duistere ster van de belle époque


In de reeks Vertalersweelde van Stichting Spleen worden ‘grote poëten van weleer’ belicht. In het lustrumjaar van deze reeks staat een ‘duistere ster van de belle époque’ centraal: Gabriele d’Annunzio (1863-1938). Mereie de Jong belicht leven en werk en vertaalde gedichten, proza en brieffragmenten van deze Italiaanse schrijver, dichter, redenaar, journalist, politicus en gevechtspiloot. Hij stond evengoed bekend als een verwaande en excentrieke dandy die zichzelf beschouwde als de belangrijkste Italiaanse dichter sinds Dante Alighieri. Niet min waren ook de beroemdheden waar hij zich graag mee vergeleek: van Julius Caesar tot Lord Byron.

Uit de Inleiding van de Jong: Het getuigt mijns inziens van lef om in deze tijden een controversiële figuur als Gabriele d’Annunzio centraal te stellen in een poëzieproject. Een auteur die geassocieerd wordt met ultrarechts valt al snel verkeerd, en een thema als erotiek – niet onbelangrijk in d’Annunzio’s poëzie – wordt al snel van twee kanten verketterd: zowel woke-links als conservatief-rechts hebben er een probleem mee.

Tweeënveertig Vlaamse en Nederlandse hedendaagse dichters lieten zich inspireren door leven en werk van Gabriele d’Annunzio. We lichten er enkelen uit, met een paar regels van hun bijdrage.

Bert Bevers: Zo vaar ik stroomafwaarts,/ zo zeil ik naar de zee. Misschien dat op een dag// mijn geest daar, ver weg van alle stormen, mag/ wisselen van vleugels. Ik zocht alleen maar mezelf.

Frans August Brocatus: gladblauw/ is de slip die over mijn dijen schuift en jouw volle lippen/ proeven trager kan niet tot je mij in jou laat verdwijnen.

Alain Delmotte: Met al je pathos vergat je dat voor ze iets kunnen/ betekenen woorden binnenstebuiten in al hun schrilheid/ krijten.

Kees Godefrooij: jouw brandstapel/ ontsteekt mijn lont// kom hier, jij arme ziel, maar/ laat me nooit meer wachten!

Jolies Heij: U bent een dandy, een God langs aardse/wegen. Hoe durf ik! En toch, het kan me niets schelen. Ik/ zocht een wandelaar omdat het liefste wat ik bezat in rook/ is opgegaan. Ik dank u voor uw tijd. Maar ik bemin u niet,/ meneer, en u bemint mij evenmin.

Paul Rigolle: Mooi is enkel en alleen wat/ bij jouw ogen past. Mooi is/ wat zo traag later met mij/ op het vloerkleed/ in de juiste plooien valt.

Gerard Scharn: martelaar en profeet prediker/ en verleider dichter en schrijver/ groot maar geen uebermensch

Vera Steenput: Maar aan de borsten van een vrouw/ word je zwak als een zuigeling/ een winnaar die verliest

Ook Giorgio Novello, ambassadeur van Italië in Nederland leverde een bijdrage. Naast zijn gedicht in het Italiaans, Omaggio a Undulna. D’autunno. staat de vertaling van Mereie de Jong: Eerbetoon aan Undulna, in de herfst. De bundel sluit af met het gedicht Undulna van d’Annunzio en de Engelse vertaling ervan door J. G. Nichols.

Dit is een waardig en boeiend eerbetoon aan een bijzonder auteur.

D’Annunzio, duistere ster van de belle époque, vertaling, inleiding en nawoord: Mereie de Jong, met reflecties van tweeënveertig hedendaagse dichters, Stichting Spleen, Amsterdam, 2025, ISBN 978-90-833918-3-0

(Roger Nupie)