Voorleesbundel in groot lettertype


Hoe fraai poëziebundels vaak ook uitgegeven zijn, een klein lettertype maakt het de lezer niet altijd makkelijk - ijverige recensenten al evenmin. En er is meer: dichters die om wereldroem te vergaren het podium bestijgen, zijn maar al te vaak genoodzaakt hun pennenvruchten in een groter lettertype uit te printen om niet met de wijsneus op het papier te moeten declameren.

Maar, hoera, Kees Godefrooij heeft dit euvel voor eens en altijd verholpen. De gedichten in zijn Voorleesbundel staan er, bladspiegelvullend, in GROOT! lettertype; de kortere gedichten zo mogelijk nóg groter. Handig voor de dichter om eruit voor te lezen, en dat was precies de bedoeling: Kortom, het is de bundel die ik meezeul als ik een podium beklim. Over deze 311 pagina’s tellende kanjer zegt hij: Deze uitgave koester ik omdat het de meest recente versies zijn van mijn gedichten. Het zijn ook de gedichten die ik het liefst voordraag.

Het was het eerste kwatrijn van een gedicht van Charles Baudelaire dat de poëzie in Kees Godefrooij ontketende, wat resulteerde in sonnetten en vrije verzen. De thema’s? Vooral erotiek, ontrouw en liefde: Want liefde is/ een mengeling// van ietwat hemel/ ietwat hel// je spartelt als/ een drenkeling// tussen de engel/ en de del. Aan diezelfde Charles Baudelaire wijdt hij trouwens ook een gedicht: (…) hij leefde aan de oevers van de Lethe/ waar vrouwen syf schonken in ruil voor zaad/ als waren zij de bloemen van het kwaad/ van zoete folter leek zijn geest bezeten. 

Mogen we Godefrooij, van wie eerder de bundels Rouge Noir en Amoureuze mechanieken verschenen, er van verdenken een spelletje te spelen met de lezer als éénzelfde gedicht tweemaal in de bundel voorkomt met een verschillende titel? Miauw en PsssPsssPsss…: Hij heeft haar met/ wat melk gevangen// nu ligt ze in/ d’r blote kont// met van die roze/ klaarkomwangen// tevreden ook dept/ hij zijn mond.

Wie houdt van erotische poëzie komt hier stevig aan zijn… trekken, maar ook over het dichterschap en de poëzie wil Godefrooij wel wat kwijt: Dichter: Beland in de/ Bermudadriehoek van// slechte vrouwen, goedkope/ wijn en mooie// regels, plukt hij de dag/ zoveel hij kan// al kent zijn pen/ de stijfheid van een dooie.

Een zolderkamer is zo gek nog niet: Wil een dichter in files staan/ met overvolle treinen reizen/ om voor zijn poëzie te gaan?// Of scholen bezoeken/ in nieuwbouwijken// die zelden of nooit/ de bouwkunst verrijken?

Ha!: In huizen waar/ de onrust woont/ waar menigeen/ zijn biertje lept/ en eerlijkheid/ zich nimmer loont/ daar wordt gewoonlijk/ flink gemept// het gekke mokkel/ constant stoned/ dat zich met films/ van Johnny dept/ een eentje die hier/ rijmt en hoont/ genoegen in dit/ drama schept.

En hoe moet het verder met de dichter? Intussen hoop ik op een nieuwe orde/ en draag ik voor, voor wat wijn en een zoen.

Deze nieuwste van Kees Godefrooij levert heel wat lees- én voorleesplezier op.

“Vurrukkulluk”, zou Remco Campert zeggen.

 Voorleesbundel, gedichten, Kees Godefrooij, Stichting Spleen, Amsterdam, 2020

 (Roger Nupie)