Innerlijk gewoel


Een midlifecrisis, een gespletenheid die zich ontvouwt vanuit een zucht naar eerlijkheid? Wie zal het zeggen. Uit Nachtlus, het poëziedebuut van Jeroen Messely (1978), komt in ieder geval een weinig harmonieuze persoonlijkheidsstructuur naar voren. De dichter worstelt met wat achter hem ligt en draait zich daarbij gretig door de wringer van de taal. En die wringer is niet lullig. Messely blijkt over een welhaast onbeperkte metaforen-lenigheid te beschikken.

‘Ieder vers is een gevecht tegen de herhaling’ staat er op de achterflap te lezen. De vraag dringt zich op of in dit geval hinderlijke herhaling afdoende is bevochten. Waarom moet de lezer zo overdadig en indringend met innerlijk gewoel behept worden? Het gevaar van veel van hetzelfde moet je vermijden.

De dichter schudt met dit debuut een aantal levens van zich af. Zo waren er bijvoorbeeld zijn onbedaarlijk recenserende alter ego Achille van den Branden, zijn relatie met een vrouw en zijn voorbij gegane jeugd.

De prangende onrust die de rode lijn is door alle gedichten wordt opvallend vaak met beeldende kunst verbonden. Zo is er een cyclus van maar liefst twaalf gedichten gewijd aan het werk van de Amerikaanse fotograaf van street life Garry Winogrand (1928 – 1984). Messely put zich uit in beschrijvende beeldspraak: (taal) beelden bij (foto) beelden. Een hachelijke onderneming. Om tot een oordeel te komen over de toegevoegde waarde van deze gedichten zou je in de bundel een aantal  weergaven van de behandelde foto’s verwachten. Nee, dus.

Niet als een vis.

Je beweegt als een steen in de rivier.

Verdwijnt als een spion in de horde.

In de incoherente cohorte die je vizier doorboort.

De goede banen laten zich niet herscheppen, ziften.

Je locomotief rijdt loom spook

in een collectief van einzelgängers.

Als de dichter zichzelf meer tot onderwerp maakt, dan zijn de gedichten het sterkst. Vooral in het begin en aan het eind van de bundel zijn voorbeelden te vinden.

Steeds vaker herkadreert

het voormalig kind de wereld

nadat het benaderen van

een andere planeet die eerst

enkel parallel leek nu

helemaal buiten bereik blijkt.

Deze bundeling is, wellicht als reactie op het door Jeroen/Achille jarenlang analyseren van het werk van anderen, te veel een etalage van stilistische vaardigheden geworden. Het overvloedig uitwijken naar poëzie bij beeldend werk en het te frequent indrukken van het metaforen gaspedaal werken nadelig uit. Maar Messely heeft toch veel in zich om een intrigerende en trefzekere dichter te worden.

hecht na verloop van tijd de wonde als de niet-steriele stalen

naald van verlopen liefdesbanden zijn pijn door je neus boort.

Zo staan er nog meer mooie strofen her en der in deze volgeladen bundel.

O, soms dramt mijn droom door in fast forward.

Dan wordt mijn kunde bekroond noch verzilverd.

Besprekers? Tuig van de richel. Hun vonnis? Vullis.

De president van de prijs van de jury? Een nitwit.

Kijk, dat leest een recensent graag. En nu met strakke regie en beheersing op naar de tweede bundel.

Nachtlus, Jeroen Messely, Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2020, ISBN 978-90-254-5946-8

(Erick Kila)