Meerval


Rogier de Jong publiceerde poëzie in Tirade, Deus ex Machina, De Brakke Hond, Ballustrada, Meander en Roer en in diverse bloemlezingen. Van hem verschenen eerder Memento (2019) en Seinpost (2021), uitgegeven door Liverse. Hij was stadsdichter van het Zeeuws-Vlaamse Aardenburg en maakt nu deel uit van het Dichtersgilde Sluis. Schrijft columns voor Meander Magazine en Bühne.

Het omslagontwerp van Hans Bommeljé suggereert een onderwaterwereld van zeewier. De auteur licht op de achterzijde toe: Dit is een wereld – denk je – waar je niet boven of onder kunt staan. Hier is het stil. Wat opvalt zinkt voor het zich heeft geopenbaard en wordt dan naar een goed heenkomen gezonden. Een adequate weergave van wat de lezer te wachten staat: houvast en vertrouwdheid zijn zoek, het is hier onveilig. In het titelgedicht heet het: Onder elk oppervlak is het gevaarlijk./ Onheil broeit in de droesem van/ diepe kommen. En de dichter verzucht: Er zit niets anders op dan vlonders/ te bouwen en het gevaar onder je te/ weten zonder je erin te begeven. (Meerval) Op deze vlonders dobberen we door 51 gedichten, ingedeeld in drie hoofdstukken: Onder water, Stroomafwaarts en Aanlanden.

Een exemplarisch gedicht is Zaterdagmiddag. Als zwaardvis droomt een heggenschaar van een lelijke uithaal. Hoe zou het zijn als het toesloeg en / buurman zijn ogen uitstak. Om vervolgens een goed heenkomen te zoeken. Maar die dagen liggen achter hem. Hij troost zich met de gedachte: ... Als wilde vis was / hij waarschijnlijk al dood geweest en / opgehangen aan een muur nabij de Egeïsche zee.

Specht en boom kent daadwerkelijk een fatale afloop. Er was eens een specht die een / boom wilde kastijden. Hij haalde / er te weinig insecten uit en vond / dat de boom daaronder moet lijden. De vogel begint straffer te roffelen, komt vast te zitten, verhongert en wordt langzaam door de boom verteerd. Toen van de eik later een fust werd / gemaakt zeiden de kenners we proeven / dood en strijd en een klein vleugje / specht – wat een bijzondere toon.
In beide gedichten is sprake van een gedaantewisseling. De heggenschaar is zwaardvis, de specht wordt boom. In beide gevallen treft de protagonisten een beklagenswaardig lot. In Hoofd dreigt meteen al korte metten te worden gemaakt: Soms zou ik jou, hoofd, van mijn romp willen / trekken en zeggen dat ik helemaal klaar met je ben. // Dat ik ziek word van je gelul en je schimmen / die als palingen door de Sargassozee / van mijn hersenpan zwemmen.
Het slotgedicht Er is altijd een Ithaka verwijst naar Cheevers verhaal The Swimmer en een citaat daaruit, waarmee de bundel wordt ingeleid: Op welk moment was deze dolle streek, deze grap, dit spel, ernst geworden?

De dichter neemt loopjes met gangbare duidingen en verwachtingen. Zijn onveiligheid is frivool. Zijn speelse stijl van dichten is aanstekelijk. Je gaat speels lezen en moet de aanvechting bedwingen speels te recenseren.


Meerval, Rogier de Jong, Uitgeverij Liverse, Dordrecht, 2023, ISBN 978 94 92519 74 0

(Will van Broekhoven)