Mijn leven mijn liefde mijn gevecht


Astrid H. Roemer neemt in de Nederlandstalige literatuur een aparte positie in. Van meet af aan werkt zij haar thematiek uit met eigen inkt. Centraal daarin staat de dekolonisering met alle aspecten die daar bij horen: verlies van en zoeken naar de eigen identiteit, ontluikend en groeiend besef van haar plaats in haar wereld, de groei van haar persoonlijkheid en de maatschappelijke positie die zij daarbij inneemt. Naast de bekendere thema’s zoals liefde, verlangen en gemis.
In een van haar eerste gedichten verwoordt zij dat zo:

mijn tranen / mijn glimlach / mijn ziel / laat ik voor je achter / ik ga strijden // je mata prapi / mijn apinti / mijn lendendoek/ bewaar ze goed / ik ga strijden // kook geen kasaba-brafu / geen drank van kumbu / geen kokori van awara // gebruik die kalebas / niet / ik ga strijden // wacht // was me met / witte jasmijnen / waar de rode fajalobi zucht / die aarde zal kleuren / en geuren van / bloed en bloemen // ik ga strijden

Koos van den Kerkhof heeft deze bloemlezing, Ik ga strijden moeder, samengesteld, de keuze ervan verantwoord en het geheel van een inleiding voorzien die vooral getuigt van zijn bewondering voor (de poëzie van) Astridh Roemer.
“Het poëtisch oeuvre van Astrid H. Roemer is niet groot, maar wel spannend, interessant, actueel en provocerend en gelukkig niet in een hokje te stoppen.”, stelt Van den Kerkhof in zijn verantwoording.

Uit 50 jaar poëzie heeft hij kunnen putten, vanaf haar debuut in 1970 tot aan de publicatie van Tot nader in De Gids (6/2020). Daarbij heeft hij vooral met ruime hand geplukt uit de bundels Noordzeeblues (1985) en haar jongste, Afnemend (2012)

Koos heeft mooie, treffende gedichten gekozen, soms strijdvaardig, soms innemend sensueel. En steeds klinkt in haar werk die echo om rechtvaardigheid, om gerechtigheid, een stem die niet ophoudt te zoeken naar woorden die de uiteindelijke bevrijding bewerkstelligen.

Astridh Roemer is voor haar oeuvre in 2021 bekroond met de Prijs der Nederlandse Letteren, en dat is niet zomaar gebeurd. Haar activistische houding ten opzichte van de Surinaamse politieke leiders heeft nog wel consequenties gehad voor de officiële uitreiking. Het maakt duidelijk dat ook beleidsmakers en andere politici zich beter zouden moeten verdiepen in haar werk, waarin Astridh Roemer oproept tot een duidelijke stem die het lange wachten op die gerechtigheid verwerkelijkt.

Hoop // Hoe heet het wachten / dat niet wordt beëindigd. // Het wachten dat ophoudt omdat die / wacht door de dood wordt overvallen. // Is er een naam voor onvervuld / wachten. // Een wachten vergelijkbaar met / bloeiende rozenstruiken waarvan niet één / roos wordt geplukt door een gretige / hand. // Een oceaan die onophoudelijk golft en / geen strand voelt. / Vergelijk het met een albatros die na / jaren in de wind geen hooggebergte / vindt om te landen. // Er moet een naam worden gevonden voor / het wachten dat zich verzamelt / in mij tot wanhoop / en instort / en niets achterlaat dan een plek / waar het is gebeurd met / dat opgestapelde wachten op jou.

Voor wie nog niet bekend is met de poëzie van Astridh Roemer is deze bloemlezing beslist een aanrader.


Ik ga strijden moeder, Astrid Roemer, In de Knipscheer, Haarlem, 2021, ISBN 9 78 9065 551259

(Wim van Til)