Innerlijk panorama

De taal van Vincent Geyskens stijgt in zijn poëziedebuut op als damp. Opeens heb je in de gaten dat je er in zit. Zijn dunne bundel begint niet met trompetgeschal en eindigt zelfs in een kleiner lettercorps.
Op stijgend vocht is een verrassende en sterke evocatie aus einem Guss. Vorm en inhoud wijken af van het gebruikelijke, maar het dichtwerk heeft toch niets bestudeerds of geforceerds. Geyskens (Lier, 1971) is beeldend kunstenaar en de gouache (of gemengde techniek?) die aan het eind in kleur is afgebeeld, vat dit taalwerk woordloos samen: er gebeurt van alles, er is sprake van een weefsel van beelden, gewaarwordingen en gevoelens, zonder dat bepaalde delen de aandacht te veel opeisen.

In ons huis vliegen buiten de vogels
In de driezit zit mijn vader
Onder ’t blauw gewicht van sneeuw
Die ging wandelen met de hond
In een trapladder vermomd
Verhuisd, bedolven onder vragen
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus
Geholpen is, gedraaid is op zijn zij

Door verschuivingen en opmerkelijke verbindingen schudt Geyskens de taal als het ware op. In Op stijgend vocht zit een aangename terloopse absurditeit die (en dat is knap) toch heel natuurlijk overkomt. Zo duikt op twee plaatsen in de tekst de ‘Khaki Kristus’ op. Een licht gepigmenteerde variant op de Verlosser, een fantoom dat moederziel alleen en zonder tekst langs en over het water kuiert.

De hagelwitte vogels komen, dromen en duiken
Ze jagen op kranten en sigaretten
Ze grijpen zich vast in het losse zand als foorautomaten
De Khaki Kristus schrikt hen op
Hij wandelt over het water en
Over het zand de dijk op en zegt
Om zeggens, niks

Van een woordenvloed word je niet altijd vrolijk, maar dit is toch anders. Bij Vincent Geyskens is taal eigenlijk verf. Hij knijpt flink in de tube en schildert, niet te benauwd, zijn innerlijk panorama. Dan weer ruw, dan weer glad, dan eens in bonte kleuren, dan eens in schemertinten. Steeds in resolute streken. Zo verveelt de lezer zich niet en komt hij van de ene diepte in de andere vlakte terecht. Kijkend, zich verbazend, zich herinnerend.

Mijn sigaren bezwaren mijn hart
Het is zondag
Het verleden roept
De kat rinkelt haar bel in de tuin van de buren
De zomer is een bangerik
Alles haakt naar rare verhalen
Zien is geloven
Omzien brengt wrok

Soms denk ik aan verschrikkelijke dingen
Die helemaal niet gebeuren

Met zijn beelden en vaststellingen maakt Geyskens een werkelijkheid voelbaar waarin je je eigen menselijk tekort herkent. De dichter gaat niets uit de weg. Hij is gelukkig niet politiek correct, maar ironiseert en neemt ongedwongen op de hak. De vader, de moeder, de schilderkunst, de neger en de Vlaming: de menselijke imperfectie maakt geen onderscheid. Lulligheid is nu eenmaal democratisch. Dat maakt dit gedicht buitengewoon genietbaar. Dat Geyskens Vlaamse en Franse uitdrukkingen organisch verwerkt in dit poëtische gobelin mag zelfs voor een simpele Nederlandse recensent de pret niet drukken.

Op stijgend vocht, Vincent Geyskens, uitgeverij het balanseer, Aalst, 2015, ISBN 9789079202331

(Erick Kila)