Nieuw werk van de schone gekwetste

Vijfenveertig dagboekbladen. Die allemaal simpelweg een datum als titel dragen (al staat er achter 21 december ook Winterzonnewende, en achter 21 juni nog Zomerzonnewende) Daaruit bestaat De kerselaar, de jongste dichtbundel van Aleidis Dierick. Die heeft als ondertitel Dagboek van een minnares. En ondanks de vijfenveertig verzen als duiding Een gedicht. Het dagboek in kwestie zou, zoals de flaptekst suggereert, ‘gevonden’ zijn. Heel wat gedichten vangen aan met de regel Ik lees haar dagboek in de nacht. Nergens wordt expliciet duidelijk wier dagboek het betreft, maar er gaat een vermoeden uit naar ene Constance Chatterley vermits de bundel heel wat citaten uit Lady Chatterley’s Lover van David Herbert Lawrence bevat. Niet minder dan vijftien. Daarnaast zijn er ook van Thomas Stearns Eliot (naar wiens April is the cruellest month, uit The Waste Land, de eerste regel van 19 oktober duidelijk verwijst: Wreder dan maart april), Patrick Kavanagh, Friedrich Nietschze, Rainer Maria Rilke en Oscar Wilde. De dichteres werkt sowieso graag met citaten. Ik pak er twee willekeurige recente bundels van haar bij en noteer dat in De onbeantwoorde brieven (2009) regels staan van Martin Heidegger, weer Nietschze, weer Rilke en van Bernhard Schlink en in De ontwapende man (2012) van Eavan Boland, Catherine Byron, Maureen Farley, Seamus Heaney, Brendan Kennelly en Alice Taylor.
Die citaten vullen Diericks eigen poëzie wezenlijk aan. Zeker veelzeggend is (in De onbeantwoorde brieven) Gibt es schöne Wunden? / Nein, es gibt keine schöne Wunden. / Aber es gibt die Schönheit / der Verwundeten. van Peter Handke (uit diens Gestern unterwegs). Dat zegt veel over de dichteres. Zij is noodgedwongen een schone gekwetste. Zo moest ze afscheid nemen van haar geliefde man Roel. Eerder leed ze enorm onder het onrecht dat haar en haar familie is aangedaan omdat haar vader in de Tweede Wereldoorlog aan de kant van de uiteindelijke verliezer vocht. Dat feit heeft er mede toe bijgedragen dat haar poëzie door de Vlaamse politiek-correcte literaire goegemeente lang ‘in de hoek’ is gezet. Door het soort lieden dat vindt dat je de muziek van Richard Wagner niet mooi mag vinden omdat Hitler er van hield. Lieden van wie niemand meer iets weet als het werk van Aleidis Dierick nog gelezen zal worden. Dierick is er ondertussen 83, maar gelukkig maakt ze nog mee dat haar werk de laatste jaren meer en meer erkend wordt.
Terug naar De kerselaar. Ook haar veertiende bundel staat bol van existentiële regels, en beklijvende beelden. Alleen wie blinde dichters leest / weet waar de nacht begint bijvoorbeeld. Of Duld mijn moegeschreven handen / als balsem op uw smal gezicht. Of De wolven zijn goed voor mij / zij weten om wie ik schrei. Geheimzinnige, doorleefde, van verlangen kloppende gedichten die ik regelmatig, dat weet ik nu al, zal herlezen. Aleidis Dierick is een van onze grootste dichteressen, die hopelijk nog lang mag blijven schrijven.

De kerselaar – Dagboek van een minnares, Aleidis Dierick, Uitgeverij P, Leuven, 2015, ISBN 978 94 91455 75 9

(Bert Bevers)