Door jou mag ik er zijn


Giselle Ecury werd geboren op Aruba als het jongste kind van een Nederlandse moeder en een op Curaçao geboren vader. Ze debuteerde met de poëziebundel Terug die tijd (2005). In 2010 verscheen een tweede dichtbundel, Vogelvlucht. De dichteres schreef ook de romans Erfdeel (2006), Glas in lood (2009) en De rode appel (2013).

Haar derde en nieuwste bundel is Door jou mag ik er zijn. Een lijvige bundel: 86 gedichten, verdeeld over zes cycli: Wat anders zou verdwijnen, Mijn hart huppelt open, Weemoed om wat had kunnen zijn, Een leven zonder liefde, Zo ik iets ben…, en Van oude en soms veel te jonge mensen.

In de eerste cyclus Wat anders zou verdwijnen, komt De waarde van woorden (ondenkbaar, die waarde van woorden/ om de wondere wereld mee te bezingen), de taal en het schrijven aan bod: mijn woorden waken in watervaste kleuren/ dringen zich door droom en werkelijkheid/ tot ik ze rangschik in voltooide tijd:/ schrijven naar mijn hand.

Haar onvoorwaardelijke liefde voor en de dito trouw van honden wordt belicht in de tweede cyclus Mijn hart huppelt open: hoor ik haar lopen?/ ja – daar! in de verte/ ze holt naar me toe/ op snelle voeten// mijn hart huppelt open/ en zij rent erin rond.

De ups en downs van de liefde staan centraal in de derde cyclus Weemoed om wat had kunnen zijn: Weemoed om wat had kunnen zijn is beter dan nooit te ervaren wat liefde kan doen. Dan pas: en weet je/ als het waarom is leeggebloed/ het verleden is verworden tot weemoed/ om wat was - verloren tijd, teruggewonnen -/ pas dan// lijkt alles toch// verrassend mooi/ en lief en goed/ omdat ik zag/ wat mij werd toegebracht.

De vierde cyclus Een leven zonder liefde, bevat gedichten die Ecury schreef voor bruidsparen. De slotregels uit het titelgedicht Door jou mag ik er zijn: laat ons zó vertaald/ samen oud worden: /een gebonden boek

In de vijfde cyclus Zo ik iets ben… gaat de dichteres op zoek naar zichzelf. Eiland: alsof de inkt uit mijn pen/ woorden laat ontstaan/ die een eiland vormen/ het eiland dat ik ken// eiland dat ik ben. De cyclus bevat ook sterke gedichten opgedragen aan haar vader (Boven de blauwe zee) en haar moeder: De dood en mijn moeder: geef je toch aan hem over/ toe maar, pak zijn hand/ hij heeft het beste met je voor,/ brengt je naar de overkant.

De laatste cyclus, gedichten ter nagedachtenis aan overledenen, kreeg een titel mee vrij naar Couperus: Van oude en soms veel te jonge mensen, de dingen, die voorbijgaan.

Liefde is duidelijk een centraal thema in het werk van Giselle Ecury, maar er is meer: de zoektocht naar een identiteit die heen en weer slingert tussen de Caraïben en Nederland, tussen het verleden en het heden. Ook de natuur is een belangrijk element in deze hartverwarmende bundel.


Door jou mag ik er zijn, Giselle Ecury, Uitgeverij In De Knipscheer, Haarlem, 2023, ISBN 978-94-93214-89-7

(Roger Nupie)