Van de straat geraapt


Naast mijn laptop ligt een zwarte dichtbundel, uitgegeven in 2021, mij toegezonden door Uitgeverij C. de Vries- Brouwers. Het kaftontwerp is sober vormgegeven door Joyce Lanssens. Op de omslag in divers gevormde roze letters, origineel gepresenteerd, de titel en de auteur: van de straat geraapt, door Guido Lauwaert. Wablief? Dé Guido Lauwaert, organisator van de legendarische Nachten van de Poëzie? Tijdens de eerste editie van de Nacht van de Poëzie in 1973 (inmiddels een mythe) opende Marcel van Maele de eerste (chaotische) Nacht voor een uitverkocht Vorst Nationaal… met een pistoolschot! “Al die Nachten in Vlaanderen waren een gigantisch drama, en toch had het wel wat,” zei Tom Lanoye. Maar in 1975, 1980 en 1984 organiseerde Guido Lauwaert nog drie edities, met gasten als Allen Ginsberg, Hugo Claus, Simon Vinkenoog, William Burroughs, Johnny the Selfkicker, Gust Gils en John Massis.

Terug naar van de straat geraapt. De dichtbundel bevat  85 vlot leesbare gedichten. Alle gedichten beginnen met een hoofdletter, behalve het gedicht Op stok, blijkbaar een gedicht waarin kippen een onderwerp zijn. De toon van de gedichten is luchtig, lichtjes mijmerend. Guido Lauwaert observeert mensen die hij kent of ontmoet. Hij schrijft niet alleen over zijn dochter en haar partner, ook over inspirerende personages die hij bij hun voornaam (Lotte, Michiel, Delphine…) noemt, vriendinnen, voorbijgangers, buren, zwervers, ouderen enzovoort. De dichter beschrijft treffend de eenzaamheid van sommige passanten: De oude man in de straat/ tweemaal per dag sloft hij voorbij/ als wij elkaar ontmoeten/ maken wij een praatje …. hij geeft me de sleutel/ die aan zijn vrouw behoorde/ of dat ik kan komen kijken/ als ik hem een dag of twee niet zie.

Soms neigt zijn gevoel voor tragiek naar ironie: Ze zwierf al dagen in de buurt/ soms zat ze op een vensterbank/ keek mij doordringend aan… eenmaal in huis nestelde zij zich/ in een hoek van de divan/ alsof het de hare is al jaren/… nogal wiedes dat zij Rimbaud heet/ – tevens logisch want zij is/ zo zwart als een espresso/…’s middags wring ik haar uit/ boven een kopje/ waan mij onder ’t nippen in Ethiopië. Dikwijls zijn de verzen op een absurde manier grappig: Zij is een dichter/ wat haar greep/ zet zij in verzen om/ als ik lees wat zij schreef/ denk ik aan een aquarium/ in een brandend haardvuur/ terwijl een zeppelin op ooghoogte/ de heuvel van Villa Borghese voorbij vaart.

Gelukkig sluit Guido Lauwaert zijn bundel eigentijds af met een tiental louterende natuurgedichten: De koude dagen zijn verleden/ het groen van het gras waait/ de beuken rood in de zon…. ondeugdzaam zijn de pubers/ sierlijk draaien ze om elkaar heen/ uit hun lichaam stroomt solfergeur/ vogels pikken vrucht en zingen. De dichtbundel van de straat geraapt is een boekje om stilletjes van te genieten.

Van de straat geraapt, Guido Lauwaert, Uitgeverij C. de Vries-Brouwers, Antwerpen-Rotterdam, 2021, ISBN 978-90-6174-09-2

(Nicole Van Overstraeten)