Fraai uitgegeven, met een mooie cover: Luchtbakens, een groepsbundel met werk van negen dichteressen. Uitgeefster Hannie Rouweler geeft al bijna vijftien jaar evenveel mannen als vrouwen uit, zo lezen we in haar korte inleiding.
Telkens zes gedichten van de deelneemsters, die ook worden bedacht met bio- en bibliografische gegevens achteraan de bundel, net voor een keuze uit de intussen toch wel indrukwekkende fondslijst van Uitgeverij Demer.
De bundel opent met Pulpverlening van Mattie Goedegebuur: Te gecompliceerd/ weglakken, veranderen/ ik middelvinger/ jouw “donder”dag/ mijn eerlijke observatie/ moet heel gladjes/ jou positieveren/ alsof jij diegene bent/ die professioneel is/ ik beboter jouw hoofd – gevolgd door Jenny Dejager: Soms delen we de nutteloze dingen voor de lol/ misschien anders dan voorheen./ We zijn niet gemaakt om radeloos te zoeken/ naar wat we niet van elkaar begrijpen.
Inge Boulonois liet zich inspireren door het werk van beeldende kunstenaars, onder anderen De slaap van de rede van Marlene Dumas: (…) Vol aandacht luikt de spiegel/ haar mond. Weer spatelt ze/ de meest schurende/ vraag door pigmenten.
Uit aan de ijzer van Tine Hertmans: ik ben een pronte vrouw/ kijk met begerige ogen/ mijn ravissante dagen tegemoet,/ ik fiets met flair door/ florissante jaren. Marion Spronk zweert bij Bach en Satie: ik lig en luister/ naar helende tonen/ van dansende muziek/ meegevoerd word ik/ door betovering van Bach en Satie// zonder kunst/ zou mijn ziel/ op aarde verstikken.
Tijdens de verstilling sloegen we de tijd/ stuk. Seconden bewaarden we in wij-/ de velden waarover warmte dampt uit onze adem bezweert Marleen De Smet in Momenten. Marion de Vos-Hoekstra liet zich onder meer inspireren door Jacques Brel: Seizoenen heb je bezongen/ van het vervloekte vaderland/waarvan de taal/ niet wil beklijven.
Hannie Rouweler zelf is de enige dichteres met drie gedichten, maar die levert ze wel aan met haar Engelse vertaling erbij. Uit Korte rokade: Geef mij het eindspel, ik neem de ruimte, ik sla veel over,/ spring over sloten, omheiningen, hekken,/ voor die verdomde koning. Hij gaat eraan, hij blijft niet staan/ zolang ik hem in het vizier heb/ ik leef niet in het verleden, geen faux pas, maar in het hier.
Uit de zes gedichten van Rose Vandewalle, die een ingetogen en aanrijpende kleine in memoriam cyclus vormen, geven we graag dit gedicht mee
“Het komt goed”
hield hij almaar vol
tot hij zich erbij had neergelegd
en nauwelijks merkbaar
zijn hand stilviel in de mijne
langs de Langelaan
hebben we hem
uitgestrooid
het was vroege lente nog
zijn assen gleden zachtjes
tussen margriet en hyacint
Deze bloemlezing richt haar pijlers op de vrouwelijke stem in al haar uitdrukkingsvormen, mogelijkheden, overeenkomsten en vooral ook verschillen, dixit Hannie Rouweler. Vooral ook verschillen, inderdaad, en dat is net het boeiende aan deze groepsbundel. Poëzie ligt op straat, voor het oprapen is een adagium voor Hannie. Oprapen hoeft niet, dit zeer gevarieerd werk van deze negen dichteressen uit Nederland en Vlaanderen is nu gebundeld in deze verrassende uitgave.
Luchtbakens, Demer Uitgeverij, 2022, ISBN 978 1 4716 2319 6
(Roger Nupie)