In beide cycli wordt het volgende stramien aangehouden. I. Een gedicht van Herman; II. De vertaling van Ann; III. Een antwoordgedicht van Hermine, dat meestal vrij beknopt en helder is, in tegenstelling tot de weelderige en bloemrijke stijl van haar broer. De sequentie doet denken aan een gesprek, waarin de ene gesprekspartner zich met veel woorden uit in een vreemde taal, waarna een tolk medieert en de andere gesprekspartner korter van stof in haar eigen taal antwoordt. Als voorbeeld: Les vieux dire concernant / Le vasque à la clarté farouche et fraiche / Défraie aussi ce vers où tel gît le pays, /Débris de la légende et du soleil sous le regard. Plus nog 12 regels. De vertaling: Het heel oude gezegde over / het fonteinbekken met felle en frisse helderheid, / houdt ook dit vers vrij waar het land begraven ligt, / resten van de legende en van de zon in het zicht. De (gehele) reactie: Je weet dat aarde even doorzichtig is / als het water waarop ik mijn handen leg / tot de tijd een dimensie verliest / beroert je rug de bodem niet.
Meestal bevatten de antwoordgedichten geen direct antwoord. Eerder vormden zij
een reactie, die associatief tot stand is gekomen, of een reflectie op bepaalde
steekwoorden.
In de tweede cyclus vinden we tot onze verrassing korte gedichten van Herman.
Zoals: J’entends / Souvent / Le mot / ‘Innuï’/ À propos / Du beau. Vertaald:
Ik hoor / vaak / het woord / ‘ongehoord’ / als het over / schoonheid gaat.
Reactie: hij drinkt uit de vijver / waar geen blad of bloem / de bodem
verbergt // de adelaar spert zijn ogen / en zoent zijn beeltenis.
Ongehoorde
Woorden,
Herman en Hermine Couvreur, vertaling: Ann van Dessel, Uitgeverij Oekkaf, 2022,
geen ISBN
(Will van Broekhoven)