Aantekeningen bij een fijne bundel


Je hebt zo van die dichtbundels die je bezig blijven houden. Die je op je nachtkastje legt. En daarna op het stapeltje boeken naast je werktafel. Waarin je ook eens leest op je balkon. En op de tram. En iedere keer weer vind je het, terwijl je niet exact kunt benoemen waarom, een fijne bundel. Appelblauwzeegroen (bestaande uit de afdelingen Appelblauw, Zeegroen en Appelblauwzeegroen) van Herlinda Vekemans is er zo een. Omwille van de titel alleen al. Aanvankelijk dacht ik dat het een neologisme was, maar neen: in het Vlaams noem je ‘een onbestemde kleur’ appelblauwzeegroen. Ik ben het zelf ook, blijkens het titelgedicht, en u bent het ook: Mensen, zo wisten de dieren, / zijn appelblauwzeegroen, / een zee van gezichten en lichamen / maar vachtloos, hoornloos, schubbenloos, vleugelloos // verwarrend en onbestemd kleurloos. Herlinda Vekemans heeft ook oog voor wat er behalve mensen nog zoal leeft. Dat blijkt goed uit Laudato si’ (tevens de naam van een encycliek van paus Franciscus), waarin zij haarscherp waarneemt wat velen ontgaat. Een gele kwikstaart naast de Geldenaaksebaan, een sabelsprinkhaan op de remkabel van haar fiets, een ijsvogel aan de oevers van de Molenbeek of thuis een dikke kruisspin die haar web spant op het tuinpad tussen een heester en het huis: Ik haak haar struikhechtdraad achter de leuning van de tuintrap zodat haar net bijna intact blijft en de doorgang toch webvrij wordt. Ze begint elke dag opnieuw.

Ik vind het ontroerend hoe Vekemans land lopend en struikelend woorden als klankwater, afwezigheidsbelichaming en zijnshavenluchtsleutel in de handen geschept naar de zee wil laten brengen. Vekemans’ poëzie vloeit in deze bundel van land naar water, tussen dieren en mensen, van binnen naar buiten en tussen hemel en aarde. Steeds met oog voor details. Voor de goudhaver, ruige leeuwentand, aardbeiganzerik en gewone ereprijs (in veler ogen onkruid) die hun groen spreiden voor kevers en spinnetjes. Voor de luttele centimeters rots die de schaalhoren des nachts begraast. Voor Lobjes, krinkjes en glinsjes en ragjes, limpjes en nilsjes.

In deze bundel spelen het beste van het land en dat van de zee hoofdrollen. De vruchten van het land [….] / en de gulheid van de zee / sijpelden zo vanzelf de wijsheid in (uit Schelpenwit en wedeblauw) want een koning hield op een dag de woorden van zijn raadslieden voor bekeken, legde hen het zwijgen op en vatte post op het strand en liet het getij de woorden aandragen. (uit Zeem). Herlinda Vekemans laat haar lezers kijken als door een caleidoscoop, en trakteert hen op fijne opsommingen als die in Blauwboek, waarin ze 43 soorten blauw oplijst. Blauwzuur en Binding ogen met 2 strofen van respectievelijk 3 en 4 regels een beetje hetzelfde, maar qua vorm zijn de gedichten in de rest van de bundel quasi allemaal uniek. Stuk voor stuk zijn ze de moeite van het savoureren waard. Appelblauwzeegroen is een bundel voor fijnproevers, voor nauwluisteraars, voor scherpkijkers, voor zachtvoelers.


Appelblauwzeegroen, Herlinda Vekemans, Poëziecentrum, Gent, 2022, ISBN 9 789056 551902

(Bert Bevers)