Het licht achter de deur


Guy van Hoof publiceerde in 2019 zijn negende dichtbundel, Het licht achter de deur, bij Uitgeverij C. de Vries-Brouwers, Antwerpen. Een verzorgde bundel met donkergroene kaft. Op de voorkant een intrigerende interpretatie van het beroemde Jugendstill-schilderij Der Kuss van Gustav Klimt. De bundel bevat 61 gedichten. Jos Daelman schreef een intro op de voorflap en een nawoord achteraan in de bundel. Guy van Hoof leidt zijn gedichten in met een citaat van Graham Greene uit De Stille Amerikaan: Kamers veranderen niet, snuisterijen blijven staan waar je ze hebt neergezet: alleen het hart takelt af. De bundel is voorzien van verhelderende aantekeningen, die verwijzen naar de genese van de gedichten. De dichter vermeldt ook eerdere versies van zijn werk en/ of publicaties in literaire tijdschriften en bloemlezingen.

Gewone dingen, Afscheid aan zee, De dagen van het jaar, Niets gaat verloren, Huiveringwekkend mooi en Raak mijn hoofd aan: zes cycli waarin de dichter de wisselwerking observeert tussen landschap en mens, tussen object en subject, tussen droom en daad. In de eerste cyclus wordt de toon gezet, de dichter raakt aan de magie van het dagelijks leven: Aan de linkerkant van de trein, aan de rechterkant/ van het coupé lijkt de natuur wel verzonnen, een decor/ van een animatiefilm, ingezoomd op plastic kleuren/ en lauwe dieren die nooit zullen beseffen hoeveel jaren/ ze daar al staan zonder te hoeven denken…

In de volgende cycli verzamelt Guy van Hoof gedichten met afwijkende thema’s, maar die naar vorm en inhoud parallel lopen, perfect passend in zijn vloeiend melancholisch oeuvre. Hernieuwde contacten met zijn ouders verwoordt hij in Afscheid aan zee. In De dagen van het jaar introduceert hij een gedicht met als titel Het ontstaan van de wereld (naar L’origine du monde, een schilderij van Gustave Courbet). In Niets gaat verloren werkt de dichter verder aan zijn ‘poëtische’ kunstgalerij: contacten met kunstenaars zijn altijd opnieuw een bruisende bron van inspiratie! In Huiveringwekkend mooi ziet de dichter hoe de tijd niet op zijn stappen terugkomt. Mensen proberen vruchteloos de tijd te vangen, als ijdele verzamelaars van kostbaarheden/Maar uren/ en minuten verdwijnen tussen de kieren van een hand,/ zoals de goden vuur en regen door onze levens/ gooien. De laatste cyclus Raak mijn hoofd aan bevat zeven delicieuze liefdesgedichten: Misschien hou ik meer van jou/ dan eender welke god dan ook/ ooit van een mens heeft gehouden/ want liefde is in de voering/ van mijn eeuwigheid genaaid/ en is verweven met de woorden/ die in de lijn van mijn hand werden gezaaid.

Tenslotte: Guy van Hoofs gedichten zijn aards van leven, zijn woorden lijken met huid overtrokken en worden een ander zintuig dat enkel de dichter bezit. Ik citeer hier opzettelijk Jos Daelman, die Guy van Hoofs poëzie samenvat met deze glorieuze woorden: een dichter op het hoogtepunt van zijn kunnen… Wat een kracht, wat een pracht!

Het licht achter de deur, Guy van Hoof, Uitgeverij C. de Vries-Brouwers, Antwerpen-Rotterdam, 2019, ISBN 978 90 5927 605 5

(Nicole Van Overstraeten)