De hemel revisited

Voer voor dendrologen. Dat is De benen van de hemel, de jongste bundel van Peter Theunynck. ‘Bomen zijn levende wezens,’ klinkt het in Boomidioot. Het woord boom of het meervoud daarvan valt in deze bundel niet alleen 18 keer te turven, ook worden er heel wat bij naam genoemd: appelboom, beuk, cipres, esdoorn, kastanje, kerselaar, lariks, lork, mammoetboom, moerbeiboom, notenboom, olm, populier, pruimenboom, spar, trompetboom, tulpenboom en wilg.
Ook het woord hemel duikt geregeld op (op de bladzijden 38, 52, 54 en 71 meer bepaald). De dichter heeft iets met bomen en hemel, dat moge alleen al blijken uit de titel van de bundel die hij in 1999 publiceerde De bomen zijn paars en de hemel, en ook weer uit De benen van de hemel. De titel is ontleend aan de slotregel van het aan Albijn van den Abeele opgedragen gedicht Latem: Niemand / penseelde zo fijn de benen van de hemel. En die benen van de hemel dat zijn, het moge niet verbazen, bomen.
Het boek bestaat uit het losse, eerste, gedicht Voor alsmede de cycli Nazaat, Flanders Fields, Geloof, Sporen, IJkpunten, Geluksvogel en Jij. Peter Theunynck schrijft over zijn familie en de herinneringen daaraan, over de Groote Oorlog, over zijn geliefde, over vogels (bijvoorbeeld de ijsvogel en de pimpelmees), over steden (bijvoorbeeld Antwerpen en Venetië) en over kunst (behalve over die van de genoemde Van den Abeele over die van onder meer Valerius de Saedeleer en Antonello da Messina).
Door heel de bundel heen blijkt duidelijk dat Peter Theunynck, die overigens ook een monumentale biografie van de grote dichter Karel van de Woestijne op zijn naam heeft staan, een oprecht gedreven en gegrepen dichter is die zijn pen door een uiterst gevarieerd scala aan inspiratiebronnen in beweging heeft laten zetten.
Elk van de vijf kwatrijnen waaruit het vers Afstand bestaat eindigt met dezelfde regel: Alleen een beuk die toekeek. Het tweede echter eindigt op die regel zonder punt, waar er in de andere gevallen wel een staat. Ik ben dan in eerste instantie geneigd om al piekerend te komen tot een antwoord op de vraag waarom daar géén punt staat, maar ik kwam er niet uit. Vermoedelijk is het gewoon een tikfoutje.
Hartgrondig ben ik het eens met de slotregel van Haig: Wie bliksemt Haig van zijn paard in Montreuil? Natuurlijk weet ik best dat overwinnaars de geschiedenis schrijven, maar toch is veel te onderbelicht gebleven hoe Alexander Haig zijn troepen keer op keer nodeloos af liet slachten omdat hij geen bliksem begreep van wat er gebeurde. Hij dacht nog in 19de eeuwse militaire termen. Hoog tijd dat deze geschiedenis beter beschreven wordt. Weg dus met dat beeld daar.
De benen van de hemel is een verzameling mooie gedichten, en een waardige uitbreiding van ’s mans oeuvre. Ik lees de poëzie van Peter Theunynck bijzonder graag. Deze bundel beveel ik dan ook zonder de minste schroom van harte aan.

De benen van de hemel, Peter Theunynck, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2014, ISBN 9 789028 426023

(Bert Bevers)