De trage zandloper van het geluk

Met dit essay over het literaire werk van Frank Decerf is Guy van Hoof niet aan zijn proefstuk. Andermaal slaagt Van Hoof erin om het oeuvre van de auteur niet alleen te duiden maar ook contextueel te plaatsen. Daardoor krijg je een behoorlijk goed inzicht in de literaire evolutie van Decerf. Van Hoof neemt ons bij de hand en gidst ons zeer gedreven door dat schrijvend leven. Hij doet dat zonder veel stijlacrobatieën, zonder hoogdravende theoretische beschouwingen of pseudo-filosofische bespiegelingen. Integendeel in een sober en afgewogen taalgebruik geeft hij ons als het ware een rondleiding in het leven en het werk van Frank Decerf. In een inleidend eerste hoofdstuk lees je hoe hij zelf met Frank in contact kwam, hoe dat contact bestendigd werd en hoe hij langzamerhand in de ban geraakte van Franks poëzie en de drijfveren, die zijn poëzie stuurden. Hoe het multiculturele, het kosmopolitische vanaf zijn geboorte zijn visie op de wereld vorm gaf. Geboren uit een Belgische vader en een Ierse moeder groeit hij op in het arbeidersmilieu van Dublin in de zestiger jaren.
Trefzeker schetst Van Hoof hoe daardoor het sociale engagement, het maatschappelijk idealisme en de humanistische levensovertuiging van Frank vorm krijgen, tot rijping komen en hoe zich dat gaat verwoorden in zijn later oeuvre. Het zet meteen de toon en de context voor de volgende hoofdstukken. De essayist Van Hoof schuwt daarbij de eigen mening niet. Het is interessant om te zien, hoe hij af en toe de poëzie van de dichter te baat neemt om zijn eigen opvattingen te verwoorden.
Eén voor één en chronologisch bespreekt Guy van Hoof dan ieder werk individueel. Het wordt echter geen saaie opsomming met kanttekeningen, want de essayist Van Hoof legt constant cross verbanden, koppelt voorwaarts en achterwaarts en brengt zo eenheid en continuïteit in de literaire progressie van Frank Decerf. Je ziet als het ware, naarmate het essay vordert, de foto van de auteur in al zijn details verschijnen. Hoe poëzie en proza voor Decerf eigenlijk twee vormen zijn om dezelfde boodschap te brengen: De stem van iemand die, wars van propaganda of persoonlijke motieven, oproept tot solidariteit en het uitroeien van  onrechtvaardigheid en aandacht vraagt voor een groep mensen, die dreigt te worden vergeten of afgeschreven.
Het is verhelderend om al lezende te ontdekken hoe Frank Decerf erin slaagt om persoonlijke ervaringen, en dat zowel op emotioneel als levensbedreigend lichamelijk vlak, te transcenderen. Het is daarbij ongetwijfeld de verdienste van Van Hoof om dat  scherp te stellen in een bijzonder aanbevelenswaardig werkstuk voor alle lezers, die het werk van Frank Decerf kennen maar zeker ook voor hen, die er willen kennis mee maken.
Joseph Brodsky zei ooit: “Poëzie, zowel het schrijven als het lezen ervan, onderwijst je nederigheid en doet dat vrij snel.” Dat is erg van toepassing op het oeuvre van Decerf en het essay van Van Hoof bevestigt dat.

De trage zandloper van het geluk, Guy van Hoof, VKH Kunst Houtland, 2013, ISBN/EAN 978-94-9144-303-9

(Richard Foqué)