Alja Spaan (1957) kent een lange staat van
dienst. Ze schrijft vanaf haar elfde dagelijks poëzie en/of proza. Haar huis in
Alkmaar werd Atelier9en40. Tot 2013 deed ze daar kunst- en poëzieprojecten. Ze
maakte enige naam door de Turing Gedichtenwedstrijd 2015.
Momenteel organiseert zij Reuring, een
taalplatform in Alkmaar. Zij is de stuwende kracht achter het literaire
e-magazine Meander en is tevens verbonden aan het Dagboekarchief. Alles van en over haar verschijnt op
http:/aljaspaan.nl
Onder de titel staat, tussen haakjes: selectie rond de liefde. In het woord rond is de cirkelbeweging te herkennen.
Het voortdurende. Het niet eindigende. En ook de verzameling van punten
(gedichten) die de uiteindelijke cirkel ( de bundel) vormen.
De titel komt uit het gedicht op bladzijde 83,
bijna op het einde van de bundel: uit een
van de vensters. Ik citeer:
De nacht laat mij liggen. Het dunne laagje wit dat tegen
de ochtend verschijnt, tegen het vergeten
en voor de behoedzaamheid, de wolkjes stoom vanuit het
hol, het streepje licht dat gisteren rood nog
de lucht daarboven kleurde, de afwezigheid van geluid
en tintelend bijna de belofte. …..
Vervolgens wordt de titel in vier stukken
gesneden, die de vier cycli gedichten van de bundel vormen. De volgorde wordt
daarin gewijzigd: het vergeten, tegen, de behoedzaamheid, en voor.
Alle gedichten kennen een strakke opbouw. Ze
bestaan uit tweeregelige, of drieregelige verzen. Daarbij wordt veel gebruikt
gemaakt van punten en komma’s. Door de vele witregels ontstaat een soort van
tragere, diepere ademhaling.
Toen ik de inhoudsopgave bekeek begon ik te
spelen met de titels van de cycli en de daaropvolgende titels van de gedichten.
Het leverde vreemde combinaties op die zo maar het vertrekpunt zouden kunnen
zijn van nieuwe gedichten. Aanvullingen op de bestaande gedichten uit de
reeksen.
Wat mij in de poëzie van Alja Spaan treft is
het aanraken van het kwetsbare, het cirkelen rond intimiteit, het herkleuren
van wat geweest is. Door de strakke opbouw ontstaat er een ritme als van
voortdurend water en voortdurende wolken waartussen aarde, als op een schijf
ronddraait.
Het beeld dat meermaals in mij opkomt is het
beeld van geliefden die lepeltje-lepeltje liggen. Ze zijn heel dicht bij
elkaar. Ze voelen elkaar, maar ze blijven in hun eigen gezichtsveld. Het
gezicht van de geliefde is afgekeerd. Je kijkt doorheen een achterhoofd in een
spiegel en ziet dan de ogen.
De dichter dwingt mij mijn eigen herinneringen
in te passen in de woorden, de zinnen die zij schrijft. De dichter opent voor
mij haar wereld die, gedicht, ook mijn wereld wordt. Dat is een kunst. Je wordt
geen toeschouwer maar deelgenoot en dat is iets wat onder je huid kruipt en
niet aan je vel blijft plakken.
Voorzichtig
In de tijd dat ik hem het verlangen schrijf of de herinnering,
voel ik hoe hij achter me kruipt, zich
tegen me aan vlijt,…..
Tegen het vergeten en voor de behoedzaamheid, Alja Spaan, Uitgeverij In De Knipscheer, Haarlem, 2018, ISBN 978
90 6265 6226
(Frans August Brocatus)