Tumult en tijd

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) wordt beschouwd als de grootste Russische componist van de 20ste eeuw, met een indrukwekkend palmares: symfonieën, opera’s, strijkkwartetten, kamermuziek, koorwerken en muziek voor theater en films.
Er werd al heel wat over hem geschreven. In het Nederlands verschenen er een vijftal publicaties: van Eric Roseberry en Jos van Leeuwen (Sjostakovitsj), Theodore van Houten (Dmitri Sjostakovitsj, Een leven in angst), Krzysztof Meyer (Sjostakovitsj. Zijn leven, zijn werk, zijn tijd) en Solomon Volkov tot twee keer toe: Dmitri Sjostakovitsj: Getuigenis en Sjostakovitsj en Stalin, de kunstenaar en de tsaar.
Julian Barnes liet zich inspireren door het leven van de componist in zijn roman of fictionele biografie Het tumult van de tijd. Het beeld van Sjostakovitsj die nachtenlang alleen, met een koffertje in de hand, staat te wachten naast de lift van een flatgebouw in Leningrad slaat in. Angst om opgepakt te worden door de willekeur van het heersend regime. Alleen omdat hij tracht te voorkomen dat de geheime dienst ook zijn vrouw en pas geboren kind zou meenemen. Het is een wijdverspreide anekdote, waarvan de echtheid nooit bewezen is, maar het is best aannemelijk voor iemand die in de toenmalige Sovjet-Unie onder het bewind van Stalin, en later Chroesjtsjov, op artistiek vlak actief was.
Sjostakovitsj stond zijn hele leven lang onder druk van de machthebbers, die eisten dat zijn muziek optimistisch klonk en een vaderlandslievend eerbetoon was aan de communistische waarden. Zijn werk werd door de bureaucraten van het regime beoordeeld en afwisselend zowel verguisd en verboden als geprezen en van staatswege onderscheiden – al naargelang hoe het petje van de machthebbers stond.
We leren hem kennen als een man die het niet eens was met het Sovjetregime, maar tegen zijn eigen geweten in nooit zijn kritiek heeft geuit, om zichzelf en zijn familie te behoeden voor represailles. Een wat pessimistische, bange man die zonder te weten wat er hem op welk moment dan ook boven het hoofd hing en ondanks alle tegenkantingen, maar een ding wou doen: componeren.
Wellicht door het herhaalde procedé van Sjostakovitsj’ herinneringen die komen bovendrijven, krijgt de roman iets voorspelbaars, waardoor de spanning al eens durft te verdwijnen. Barnes schetst evenwel een sterk overtuigend beeld van de absurditeit van het Sovjetbewind en de invloed hiervan op het persoonlijk en artistiek leven van de componist.
Door muziekcriticus Kasper Jansen omschreven als de muzikaal chroniqueur van de heftig bewogen historie van de Sovjet-Unie, stierf Sjostakovitsj in 1975 op 68-jarige leeftijd. Hij kreeg heel keurig een staatsbegrafenis in Moskou.
Hoe tragisch het leven van een kunstenaar ook is, en hoe hij ook wordt tegengewerkt door een politiek regime, de hoop blijft bestaan dat zijn werk zal verder leven. De kunst is de fluistering van de geschiedenis, die boven het tumult van de tijd uit is te horen. Zijn Vijfde Symfonie lijkt hier wel toepasselijk: tragisch begin, triomfantelijke finale…

Het tumult van de tijd, Julian Barnes, vertaald door Ronald Vlek, Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2016, ISBN 978 90 254 4661 1


(Roger Nupie)