In de Cultuurkapel
van Heist op den Berg werd op 12 maart jl. de 15de bundel van de nu
84-jarige Francis De Preter voorgesteld.
De bundel telt drie
cycli: Uit de droom geplukt, Geo/Grafisch en Herfsttijloos. Wie, zoals ik, de poëzie van Francis De Preter
volgt, weet dat zijn oeuvre draait rond drie grote assen: de natuur, de muziek
en Tsjechië. Deze bundel vormt op die thema’s geen uitzondering, al is zijn
thematiek hier doorspekt met droombeelden, jeugd- en reisherinneringen. In
feite is de droom het uitgangspunt van deze bundel.
Cyclus 1 schetst
met Nachttrein een poëtisch beeld
dat gestalte geeft aan de droom en als zodanig een ‘vervangende reis’ wordt. In
de droom doemen ook de vaderfiguur op, de ouders, het ouderlijk huis, het
vergeten paswoord, het telefoonnummer. De droom krijgt metafysische allures
door de vragen die hij oproept:
Vader,
moeder: zijn ze daar nog ?
Weten ze
nog dat ik leef ?
Het rusteloze
zoeken zou je kunnen interpreteren als een poging om in het reine te komen met
de vele onbeantwoorde vragen van het leven.
Het zoeken naar een
huis, een straat, een stad, een herinnering, de ontmoeting met de
geliefde, een moment van geluk : daar
spreken deze gedichten van.
De dood is nooit
ver weg uit dromenland, zeker als hier een 84-jarige dichter aan het woord is:
Een dag na het
sterven
Een dag na het sterven
gaf de ziel zich over aan het land
drong er zingend in de grondtoon binnen.
Zij trok de sterren naar zich toe
en groef uit de kernen van Bach
naar diepere lagen
waar de kiemen schieten
van krioelende motieven,
levensgeesten, sprekende planten,
luisterend gras.
Toen zweefde de vogel moeiteloos
over het nest van zijn geboorte;
een leeuwerik was de ziel,
zij wiste de afstand
tussen hemel en aarde,
verdronk in een zee van tijd.
De
symbiose van natuur en muziek krijgt een metafysische dimensie in dit gedicht.
Hier gaat het over de eindeloosheid van de eeuwigheid, zo mooi weergegeven in
de twee laatste versregels van het gedicht.
De
tweede cyclus Geo/Grafisch bundelt
een aantal reisimpressies die met landschap en cultuur te maken hebben, al vragen
zij wel een stevige dosis voorkennis: Hindemith en Hölderlin, Georg Trakl,
Boris Pasternak passeren de revue, naast Litouwse
Klavieren (de muziek van Johannes Bobrowski), een bushalte in Bohemen,
Portugal, het soldatenkerkhof van Lommel, om uit te monden in lyrische
natuurbespiegelingen zoals alleen De Preter ze formuleren kan en die zo diep de
rijke schakeringen van de dichtersziel ontbloten.
De
derde cyclus Herfsttijloos geeft in
vier gedichten een beeld van de stervende natuur in de herfst en de tijdloosheid
van de daarin aanwezige melancholie. Gedichten die stuk voor stuk gelezen en
herlezen dienen te worden en vooral: langzaam en aandachtig begrepen.
Dat dient het loon van de dichter te zijn. Een verdiend loon, vind ik.
Een
verre stem uit glazen droom,
Francis De Preter, Demer Uitgeverij, Diepenbeek, 2016, ISBN 978 1 326 42149 6
(Marc
Bruynseraede)