2016 is het jaar
dat Jheronimus Bosch, Nederlands beroemdste middeleeuwse kunstenaar,
vijfhonderd jaar geleden overleed. Naast de grootste overzichtstentoonstelling
van Bosch ooit, die te zien was in Het Noord-Brabants Museum, staat dit hele
jaar in het teken van allerlei activiteiten ter ere van de fantasierijke
schilder die wel eens als een duivelskunstenaar werd omschreven.
Beeldend kunstenaar
en dichter Pien Storm van Leeuwen (van bundels als Zinder, Geheimend Blauw
en Akkers en Zeevlam) nodigde ter
gelegenheid van het Bosch jaar een dertigtal dichters uit een gedicht te
schrijven bij zijn werk. De gedichten en desbetreffende afbeeldingen van de
schilderijen die ter inspiratie dienden werden opgenomen in Vroom, frivool, vilein - poëtische vensters
op Jheronimus Bosch. Maar er is meer: deze uiterst verzorgde uitgave opent
met een inleiding van Pien Storm van Leeuwen over leven en werk van de
kunstenaar, met bijzondere aandacht voor zijn beeldtaal en metaforen,
geïllustreerd met details uit zijn schilderijen.
De samenstelster
zette al eerder een project op waarbij in steen gebeitelde gedichten te velde
worden gelegd. Naar aanleiding van deze ‘poosplaatsen’ stelde zij tevens zeven
bloemlezingen samen. Twee van de gedichten uit deze bundel zijn ook op zo’n
poosplaats terecht gekomen. Een ervan is van haarzelf: hoe beelddichter Jheronimus Bosch ons telkens weer verleidt/ tot
raadselreis in ‘t ongerijmde van bizarre dromen/ bevlogen door gedrochten en
demonen/ schuil in het duistere denken/ van zijn tijden. Het tweede is van
Els van Stalborch: Zal ik ooit weten wie
je bent,/ de ziener van de menselijke ziel,/ de duivelmaker uit het
schaduwrijk,/ het raadselend genie dat gaatjes prikte/ in de tijd, onbewuste
beelden wekte/ en weergaloos herschiep en nog./ Je raakt me diep, maar weten….
Boeiend en
verrassend te lezen wat het werk van Bosch ook bij de andere dichters
teweegbracht, onder meer bij Lut de Block, Catharina Boer (Tuin der Lusten), Frans A. Brocatus (mijn voeten tillen uw onderrokken, / mijn handen flakkeren op uw voeten
en de uwe voel ik, / ze spartelen als kwieke vissen. Mijn lepel duwt en staat),
Maarten van den Elzen, Christina Guirlande (een kerstgedicht), Albert Hagenaars
(Het narrenschip), Marijke van
Hooff, Joris Iven, Geert De Kockere, Marije Kos (Van alle tijden), Frans Kuipers, Bert Bevers, Wim van Til en Victor
Vroomkoning (Van de EROS en de UIL).
Voor wie het Bosch
jaar en het oeuvre van de schilder wil binnentreden is dit een aangename gids,
zowel door de poëzie die een venster opent op Jheronimus Bosch als door de
inleiding van de samenstelster die de karakteristieken en drijfkrachten van
zijn oeuvre ontsluit.
In het gedicht De oase van Hannie Rouweler lezen we: de geest uitgeput van tijd en beproeving /
wordt stilaan verlost / een openbaring drijft in de ochtendstilte / de lange
reis die nog moet worden gemaakt). Die reis naar de betoverende wereld van
Jheronimus Bosch kan nu beginnen.
Vroom, frivool,
vilein - poëtische
vensters op Jheronimus Bosch, samenstelling en
inleiding; Pien Storm van Leeuwen, Stichting TrajarT i.s.m. Uitgeverij Ceedata,
Chaam, 2016, ISBN 978 90 71947 51 3
(Roger Nupie)