Voor zijn derde poëziebundel schreef David
Troch vijftig kinky gedichten over Bianca, een onschuldig meisje dat plots een
internationaal topmodel wordt. De titel is raak: Bianca is Italiaans voor wit,
glanzend. Het tweede woord uit de titel verwijst naar de melancholische
muziekstijl blues.
Vierenveertig korte gedichten gaan expliciet
over de modellencarrière van Bianca. Hij wisselt af met ‘intermezzogedichten’: er
is een herinnering, behoorlijk/ vaag/ maar een herinnering. potpourri/ in het
kleinste kamertje, boomgaardbloesems./ het vooruitzicht van kersen, peren,
pruimen,/ de wankele ladder, op de hoogste trede/ de reikende hand van vader en
moeder/ die het woord voorzichtig te pas/ en te onpas van de lippen laat
glippen. We tellen zes herinneringen, zij beginnen alle met dezelfde eerste
versregel. Reminiscenties aan Bianca’s idyllische jeugd op het platteland, om
de tien, negen, acht, zeven en zes gedichten toegevoegd. Heeft David willen
aantonen dat een modellencarrière zich op schitterende wijze kan ontvouwen, 10
gedichten lang, maar dat de ontgoochelingen mekaar altijd maar vlugger
opvolgen?
Voor Bianca is het plotseling gedaan, als zij
wordt vervangen door jongere modellen: … tot een lijf met een preciezere lijn/ het
uitverkoren prinsesje mag zijn/ …. einde sprookje./ bianca leert benijden/… nu
zij het is/ die zich door jonkies uit de markt laat prijzen. Het leven van
topmodel, vol glitter en glamour, genereert in wezen heel wat tristesse.
Overgeleverd aan couturiers, fotografen, visagisten, diëtisten, cineasten,
vrijpostige individuen en alle soorten bullebakken, leert Bianca natrappen
op stiletto’s. Zij logeert in luxueuze hotelkamers en duplexappartementen,
reist heel de wereld rond, shopt in Milaan, Miami, Parijs, gaat joggen in
Central Park, bezoekt de Tai Mahal… en verspeelt zo haar precieuze tienerjaren.
Ook op het thuisfront gaat het niet al te best: haar moeder verongelukt, haar
vader wil niet meer leven. Bianca maakt kennis met de keerzijde van de
medaille: partycrashen, drugs en ‘verkeerde mannen’. Zij beseft: alles van
waarde/ past ternauwernood in een beautycase. De dichter besluit: een
abrupt einde sluit/ aan bij de wegwerpmaatschappij.
David Troch, stadsdichter van Gent, beheerst
zijn vak uitstekend. Zijn verzen zijn spits, soepel, flitsend, zijn
woordgebruik vindingrijk en actueel. Jonge Vlaamse dichters schrijven poëzie
als doen zij mee aan een partijtje gym, zij spelen met woorden en beelden,
verplaatsen zich lenig van het ene vers naar het andere - zonder de wetten van
verdichting geweld aan te doen. David Troch swingt de Bianca blues. De
tristesse omgezet in een soort dans, een abstract uitbeelden van pijn en
ellende. Terwijl in de oorspronkelijke blues klanken uit de mineur toonladder,
in combinatie met de majeur toonladder met vervormde stem aan worden gezongen,
om zo te komen tot een glissando dirty effect, schrijft hij een frissere, maar
daarom niet minder dramatische interpretatie van de blues.
Bianca blues is sober
uitgegeven, met als enige luxe een glanzend kaftontwerp van Karakters in Gent.
Model Aida Gabriëls prijkt op de voorzijde, aan de achterkant een foto van een
langoureus kijkende David Troch.
Bianca
blues, David Troch, Uitgeverij Poëziecentrum, Gent,
2015, ISBN 9789056552763
(Nicole
Van Overstraeten)