Salto Vitale is een bloemlezing uit vijftien dichtbundels van Mark
Meekers. De gedichten verschenen voor het eerst in uitgaven tussen 1984 en
2009. De keuze werd gemaakt door Gerda De Preter, die ook voor de inleiding
zorgde. De selectie werd aangevuld met een aantal bekroonde gedichten van de auteur.
Wat in de eerste plaats opvalt is dat al de 154 opgenomen gedichten
samengesteld zijn uit vier kwatrijnen. Wat het onderwerp ook moge zijn, Meekers
heeft er een vaste vorm voor gevonden. Uit de eerste bundels uit 1984, Verrukkelijk vergankelijk en Wat
blijft er nog na woorden, worden er respectievelijk zeven en vijf gedichten
opgenomen. We vinden er ook reeds de titel in terug:
… een mens heeft
slechts het lichaam als echo
van een fijn-zijden
ziel. kleuren zijn snippers, geluidende scherven van een verbroken eenheid, van een salto
vitale, een liefdestuimel in het leven, de woorden te buiten.
In de eerste bundels gebruikt de
dichter nog de ik-vorm in verzen met een eindrijm, maar snel reeds gaat hij
over naar de derde persoon terwijl hij zich inleeft in de visie van bepaalde
beeldende kunstenaars waar hij zich verwant mee voelt. Soms identificeert hij
zichzelf met een van de kunstenaars, dan weer met een van de personages van de
geschilderde doeken of gebeeldhouwde figuren. Het eindrijm verdwijnt, maar de
beeldspraak en de metaforen worden sterker en krachtiger. Prachtige
dichtbundels over Van Gogh, Claudel, Rembrandt, Gauguin, Meunier, Van Mieghem
en Rops volgen elkaar op, maar ook losse gedichten over Claude Monet en Pierre
Bonnard vinden voortreffelijk hun plaats. Gerda De Preter formuleert het als
volgt: Zo worden bijvoorbeeld loutert
visuele beschrijvingen, als de inval van het licht, of het spel van licht en
schaduw opgetild naar het existentiële niveau. Beeldend kunstenaar en dichter
spiegelen elkaar in de zoektocht naar de zin van het bestaan.
Naast kunst komen er echter nog
heel wat andere elementen aan bod in Meekers’ poëzie. Hij was niet voor niets
de allereerste dorpsdichter van het feeërieke dorp Doel dat plots gedoemd werd te verdwijnen voor de
zoveelste uitbreiding van de haven van Antwerpen. In pregnante woorden schreef
hij een herinneringsgedicht aan een van de inwoners die zelfmoord pleegde. Een
kaakslag voor de onteigenende overheid: hij
wist niet meer / waar de zon opging, strooide gouden maïs- / korrels, nam zijn
pet netjes af voor hij / zich verhing. liever knoopte hij een touw / aan de
hemel vast vóór de grond onder zijn / voeten wegzonk.
In Over leven en Overleven in Tanzania
gaat de maatschappijkritiek voort, maar gecombineerd met eerbied voor de
natuur en in Land van stand volgt een oprechte ode aan het Brabant
waarin de dichter woont. Uit de bekroonde gedichten wens ik tot slot de
klemtoon te leggen op het gedicht Sprakeloos,
waarvoor de dichter in 2013 de allereerste Herman J. Claeysprijs ontving. De
Parnassus mag zich verheugen op de officiële intrede van Mark Meekers.
Salto Vitale, Mark
Meekers, Parnassusreeks Uitgeverij P, Leuven,
2014, ISBN 978-94-91455-45-2
(Tony Rombouts)