Gedichten over Gerrit Achterberg staat er als bepaling achter de
titel van een verzameling verzen, samengesteld door Gerhard te Winkel en Hannie
Rouweler. De titel, Je tikt er tegen en
het zingt, is een citaat van Achterberg
uit zijn gedicht Passage.
Initiatiefneemster Rouweler woont in Leusden en ontdekte dat Achterberg (1905 –
1962) daar zijn laatste levensjaren doorbracht. Samen met de plaatselijke
stadsdichter Gerhard te Winkel nodigde zij 35 literaire vrienden uit om een
hommagegedicht over de grootmeester te schrijven. Toen deze reeks klaar was
werd Nicole Van Overstraeten verzocht om er een inleiding bij te schrijven, wat
zij op een voortreffelijke wijze heeft gedaan.
De dichter had een zeer bewogen
leven. Achterberg had zeer moeilijke relaties met vrouwen wat leidde tot een
ware tragedie waarbij hij zijn hospita vermoordde en haar zestienjarige dochter
verwondde. Hij werd niet in de gevangenis opgesloten, maar verbleef wel jaren
in diverse psychiatrische instellingen. Sommige cynici beweerden dat hij
daardoor genoeg tijd kreeg om bundel na bundel te schrijven, maar zij vergeten
erbij te vermelden dat je daar wel het talent voor dient te bezitten. Een van
de terugkomende thema’s bij Achterberg is de zoektocht naar de verloren
geliefde. Sommige van de hommages aan hem zijn dan ook liefdesgedichten, zoals
die van Staf de Wilde en heel wat dichters grijpen plots terug naar het rijm,
zoals Philippe Cailliau, Wim van Til, Aldert Jan van Dijk, Peter Knipmeijer,
Jan Ketelaar en Marc Eyck. Het grote drama in Achterbergs leven wordt meermaals
vermeld door onder meer Ina Stabergh, Niels Terhalle en Geert Zomer. Mark
Meekers doet er nog een schepje bij met verrassende enjambementen: …waar woorden tekortscho- / ten bracht een
revolver schot in de zaak. en: …elk
mes heeft / twee kanten: een morbide en een moord- / dadig mooie… Uiteraard
komen er in de bundel heel wat parafrases en citaten van de bewonderde dichter
voor zoals bij Inge Boulonois, Theo van der Wacht, Philip Meersman, Ingmar
Heytze, Nicole Van Overstraeten en Henk van Zuiden. In die groep gebruikt Bert
Bevers dan weer de overtreffende trap door een nieuw rijmend gedicht samen te
stellen, enkel gevormd door geciteerde versregels van Achterberg zelf. Poëzie
blijft in deze bundeling duidelijk het belangrijkste element. De inleidster
vermeldt het reeds bij de aanvang: Uiteindelijk
concludeerden de dichters bijna unaniem niet alleen in woorden en gedachten
maar ook doorheen de vitaliteit en de energie die zij in hun teksten hadden
gestopt, dat poëzie de dood overstijgt. En om dat te beamen citeer ik nog
twee opgenomen dichteressen, eerst Catharina Boer: Maar toch, ik weet, hier ligt een dichter, / jij eenzaat die doolde
door woordenland. / Schaduw die heen trok naar hoger en / diepe poëzie naliet
in het volle licht. en tot slot Yvonne Mulder: Hij liet zijn wereld na in woorden die mens-zijn / dichter bij de kern
van leven brengen. Nog altijd.
Je tikt er tegen en het zingt, Gerhard te Winkel en Hannie Rouweler (samenstellers),
Demer Uitgeverij, Leusden, 2015, ISBN 978 1 291 78380 3
(Tony Rombouts)