o – mijn vriend – deze wereld is niet de echte. Hans Lodeizen
schreef deze regel als slot van het gedicht ik heb mij met moeite alleen gemaakt aan het einde van zijn
poëtische jaren. Heidi Koren staat nog aan het begin ervan, maar haar bundel
deed mij aan deze regel denken. Het is een aparte
wereld, die zij optrekt in haar debuutbundel, Gedachten over een mogelijk einde. Elk gedicht voegt iets toe aan
een wereld die steeds maar niet een echte wil worden. De wereld van Heidi
blijft een sprookje, een wensdroom. Zij past er zelfs haar taal voor aan: geen
leestekens (met uitzondering van een paar komma’s en apostrofs) die haar zicht
op een fijn uitzicht benemen. Zoals ze in het eerste gedicht al aangeeft:
Iemand
vraagt mij
waarom ik
nooit een punt zet
Uit mijn
voetzolen groeien wortels
het
hoogpolig tapijt in
Ik wacht tot
ze de vaste kern raken
Tot die tijd
ga ik doorwarm zijn en ik begrepen heb
waarover ik vraagtekens heb gedacht-
dan zet ik
een punt
zal zij blijven volharden in het
geloof dat de wereld onschuldig is. In deze bundel duurt dat tot en met de
laatste bladzij waar een dikke punt, gecentreerd tussen de zesde en zevende
regel haar rust gunt.
Alsof het zo wel goed is en de
rustdag kan beginnen. De dichter heeft haar werk gedaan, de schepping is
voltooid.
Maar wat stelt haar schepping nu
voor: het toont een landschap waarin een ik zich afvraagt wat de wereld haar
brengt. Als er een dichter achterop haar fiets springt, als de Russen komen,
als ze haar man om een nieuwe ring vraagt, als ze de tel kwijt raakt, als ze
een broer had gehad.
Het is een consistente debuutbundel geworden en tegelijkertijd
eentje die met die laatste punt ook afgerond is. Punt uit. Nieuw hoofdstuk en
een nieuw leven.
De wereld die achter blijft na de punt die de bundel besluit, is
niet de echte. Die wereld komt nog. In de volgende bundel natuurlijk, want in
herhaling vallen zit er niet in:
Dag liefje
Nu het daar is
en ik mij voortdurend afvraag wanneer het begon
te stoppen wil ik het je nog een keer zeggen
dag liefje
Zoals je sleutel klonk
je voetstap je fluitje
Zoals je me opzocht
en we elkaar toevallig tegenkwamen
Zoals ik het
nu nooit meer zeggen kan
dag liefje
dag liefjeDag liefje
Gedachten
over een mogelijk einde smeekt om een nieuw begin. Heidi Koren heeft
met deze bundel haar ‘oude wereld’ in een kleinood verpakt en weggezet. Een
wereld die toegang lijkt te geven op die ene, die echte. Maar welke echte dat
is, blijft ongewis. Tot ze een tipje van die sluier oplicht:
Zodat ik niet
meer zo
alleen ben
in mijn dichterbij en het water kan stromentot het in mij van binnen naar buiten regent
Gedachten over een mogelijk einde is een aantrekkelijk debuut dat naar meer smaakt.
Gedachten
over een mogelijk einde, Heidi Koren, Uitgeverij Voetnoot, Antwerpen,
2015, ISBN 978 94917 382 27
(Wim van
Til)