Waar water samenvloeit met ander water is een selectie van 35 gedichten van de
Amerikaanse auteur Raymond Carver (1938-1988), vertaald door Joris Iven. Het is
een fraaie uitgave, met sober kaftontwerp. De gedichten komen
uit de bundels At Night the Salmon Move (1976), Fires (1983), Where
Water Comes Together with Other Water (1985) en Ultramarine (1986). Joris Iven voegt hieraan een verhelderende
inleiding, een selectieve bibliografie, een lijst met secundaire literatuur
plus een pagina met aantekeningen toe. De Nederlandse gedichten lees je links,
de Engelse teksten staan rechts, soms op dezelfde pagina, soms op een volgende
pagina, want Carver schrijft lange gedichten. Zijn eerste belangrijke
publicatie verscheen in 1976. Als hij in 1977 dichteres Tess Gallagher ontmoet,
komt zijn schrijverschap in een stroomversnelling. In de tachtiger jaren vestigt
hij zijn reputatie voorgoed. Geholpen door Tess, die hem begeleidt, publiceert
hij in tien jaar tijd zijn voornaamste literair werk.
Carver volgde de stelling van Ezra Pound,
dat in poëzie fundamentele nauwkeurigheid van uitdrukking de enige moraliteit
is. Maar in het sublieme gedicht Radiogolven klinkt bewondering
voor de antipathetische, zacht droevige gedichten van de Spaanse dichter
Antonio Machado: Ik nam je boek mee naar bed / en sliep ermee binnen
handbereik. Op een nacht / reed een trein voorbij in mijn dromen en ik werd
wakker. / En het eerste waar ik aan dacht, mijn hart bonkend / in de donkere
slaapkamer, was dit – / Er is niets aan de hand, Machado is hier. / Daarna kon
ik de slaap weer vatten.
Carvers gedichten zijn vooral de neerslag
van zijn niet zo rustige levensloop. Hij komt uit een gezin dat leefde in
armoedige omstandigheden. Carvers poëzie gaat over de miserabele lotgevallen
van zijn ouders, over zijn eerste vrouw, zijn kinderen, die blijkbaar in zijn
voetsporen treden: Je bent een mooie dronkaard, dochter. / Maar je bent een
dronkaard. Ik kan niet zeggen dat je / mijn hart breekt. Ik heb geen hart als
het / op drinken aankomt. Carvers eerste huwelijk liep stuk door problemen
gelinkt aan alcoholverslaving: Ze gaf me de auto en tweehonderd / dollar.
Zei, Tot ziens, schat. / Kalm aan, hoor je? Dat was alles, / na twintig jaar
huwelijk. Maar af en toe komt een heerlijk liefdesgedicht aangewaaid,
boordevol tederheid: We zijn buitengewoon rustig en teder met elkaar / alsof
we mekaars fragiele gemoed aanvoelen. / Alsof we weten wat de ander voelt. Dat
weten we natuurlijk / niet. Dat weten we nooit. Maakt niet uit.
Carver vertelt grootse verhalen over de
miserie van kleine mensen, of nog beter: hij vertelt miserabele verhalen over
grootse mensen. Tussendoor komt poëzie aangewaaid. Carver noteert laconiek
de levens van zijn geliefden, maar met gulle toetsen van mededogen. Iven voelt
deze onderstroom perfect aan. Dank zij zijn inspanningen beseffen wij, dat
Carver niet alleen een groot dichter was, maar ook een groot mens.
Waar water samenvloeit met ander water, Raymond
Carver (vertaald door Joris Iven),
Uitgeverij P, Leuven, 2015, ISBN 978-94-91455-78-0
(Nicole Van Overstraeten)