Het plezier van Gerbrandy


Alomtegenwoordig is wellicht wat overdreven, maar wie af en toe een stapje zet in het poëziewereldje ontdekt al rap dat Piet Gerbrandy niet ver weg is. Van deze criticus, dichter, leraar en vertaler verschijnt slag om slinger wel ergens iets. Zo kwam ik werk van hem tegen in de recent verschenen Vertalersweelde – Gaspara Stampa in de handen van Mereie de Jonge waarin een aantal dichters waaronder Gerbrandy op haar vertalingen reflecteert. Maar ook is er nu De barre tocht van Orpheus – Argonauten in de Late Oudheid, vertaald, ingeleid en toegelicht door Piet Gerbrandy (hij is ook classicus) en Guusje van der Meij. Het betreft de omzetting van een anoniem werk uit de vijfde eeuw waarin Orpheus zelf over zijn belevenissen (en dat waren er nogal wat want hij daalde op zoek naar Eurydike niet alleen af in Hades, maar zag ook heel wat van de wereld als Argonaut) vertelt. Een avonturenboek in verzen.

Niets dan – Een lijflied voor de ziel is dan weer Gerbrandy’s ‘variant op het aloude leerdicht’. In deze bundel waait de poëzie werkelijk alle kanten uit, soms breeduit in prozaverzen. Piet Gerbrandy is geen babbeldichter wiens gedichten als een ‘verhaaltje’ te ‘behappen’ zijn. Je mag er moeite voor doen, googlemachine en woordenboek bij de hand houden. Dan nog zit je dikwijls niet ‘in het goede begrip’, maar ach: doordat de god in raadsels sprak begreep Aristeides die ook niet meteen correct (bladzijde 35). Aangenaam is beslist ook dat Gerbrandy gevoel voor humor heeft. Onderaan iedere pagina wordt een klassiek werk (zoals De opleiding tot redenaar XI van Quintilianus of Authentieke leerstellingen 4 van Epikouros) vermeld. Allicht mag je die gaan raadplegen, maar dat hóeft niet van de dichter. In de aantekeningen laat hij weten: “De literatuurverwijzingen zijn uitsluitend bedoeld om indruk te maken. Voor de interpretatie van het gedicht hebben ze geen enkele relevantie.”

Gerbrandy’s werk is niet alleen vorsvoer voor poëzieliefhebbers en taalkundigen, maar ook heerlijk pluiswerk voor encyclopedisten en serendipitisten. Zo steek je uit Voorbereidingen voor vertrek uit De barre tocht van Orpheus bij de regel En zij snoerden / de roeren van de achtersteven vast. van de informatieve voetnoot op dat Griekse schepen aan beide zijden een roer hadden, waardoor je binnen een mum zit te studeren op de constructie van triremen.

En wie dat niet weet bij het lezen van Gerbrandy’s ‘notities bij’ Pindaros’ Pythische Oden uit Zwelgen in Niets dan dit wil ook opzoeken dat de Diabolus in musica een triool van zestienden, g.a.c.e., is die ze al in de middeleeuwen ‘de duivel’ noemden.

Ik kan me zeer wel voorstellen dat mensen Gerbrandy’s werk als te hermetisch en/of te specialistisch als ‘moeilijke lectuur’ terzijde schuiven, maar ik sla het graag op. Je kunt er je weg in kwijt raken, maar er ook nieuwe wegen in vinden. Wat me bovenal aanstaat in ’s mans oeuvre is het plezier waarmee het werd en wordt geschreven. Je voelt het er vanaf spatten.


De barre tocht van Orpheus – Argonauten in de Late Oudheid, vertaald door Piet Gerbrandy, ingeleid en toegelicht door Piet Gerbrandy en Guusje van der Meij, Uitgeverij Damon, Eindhoven 2023, ISBN 9 789463 403474; Niets dan dit – Een lijflied voor de ziel, Piet Gerbrandy, Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2023, ISBN 9 789025 474027

(Bert Bevers)